Commissie Infrastructuur 06/05/2015

 

02 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de lawaaihinder van de vliegtuigen vertrekkende vanuit Zaventem" (nr. 3757)

02 Question de M. Hans Bonte à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "les nuisances sonores causées par les avions décollant de Zaventem" (n° 3757)

 

02.01  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik zou bijna zeggen dat het spel opnieuw op de wagen zit. Ik bedoel daarmee dat niet langer dan morgenavond in Grimbergen een aantal lokale en bovenlokale mandatarissen uit de Vlaamse Rand samenkomen en aanklagen wat heel wat groepen en burgers aanvoelen, met name dat de regio sinds de vernietiging van het plan-Wathelet absoluut in een onrechtvaardige situatie is terechtgekomen op het vlak van de eerlijke verdeling van de lawaaihinder.

 

De vernietiging van het plan-Wathelet – waarvan ik lees dat de heer Wathelet zelf de politieke prijs heeft betaald door het te blijven verdedigen in de vorige legislatuur – heeft tot gevolg dat de bocht naar links en de verschillende kanaalroutes niet langer gebruikt worden. Ik kan vanuit mijn lokaal mandaat enkel maar meegeven dat de lawaaihinder effectief erg is toegenomen overdag, in het weekend, waarbij wij effectief in een concentratie belanden. Vooral de inwoners van de Noordrand maar ook de inwoners van Wezenbeek-Oppem, Kraainem en Tervuren zullen ongetwijfeld opnieuw aan uw deur kloppen met het verzoek om toch naar een eerlijke spreiding te streven. In tegenstelling tot een aantal Brusselse politici ben ik er immers van overtuigd dat onze regio een sterke luchthaven nodig heeft maar ook een luchthaven die aanvaard wordt, waarvan het maatschappelijk draagvlak gesoigneerd wordt. Dit kan men maar door een eerlijke verdeling van de hinder te organiseren.

 

Mevrouw de minister, ik heb enkele vragen.

 

Is er vooruitgang geboekt met betrekking tot een fundamentele oplossing? Hoe zal die dan er uitzien? Zullen wij eeuwig met die concentratie moeten leren leven?

 

Werd reeds overleg gepleegd met de regio’s? Ik wil hierbij mijn verbazing uitdrukken dat men vanuit Brussel soms het signaal krijgt dat de luchthaven weg mag. Lees: ze mag naar Charleroi verplaatst worden. Eveneens ben ik er verwonderd over dat het bijzonder windstil is op het niveau van het Vlaams Gewest inzake de concentratie van de lawaaihinder over de Vlaamse Rand.

 

Pleegt men overleg met de Vlaamse regering en de Vlaamse minister van Leefmilieu? Zo ja, wat hebben deze gesprekken opgeleverd?

 

Is de minister van oordeel dat de spreiding van de lawaaihinder vandaag al dan niet op een billijke manier gebeurt? U kent mijn mening hierover. Voor ons is dit geen houdbare situatie. Er is immers geen eerlijke verdeling. Ik zou graag uw mening en die van de federale regering hierover kennen.

 

02.02 Minister Jacqueline Galant: Ik kan u verzekeren dat ik mij ten volle inzet voor het tot stand komen van structurele oplossingen voor alle Brusselaars en buurtbewoners die getroffen worden door de luchthavenactiviteiten. De spreiding van het lawaai vormt ongetwijfeld een gemeenschappelijke doelstelling van de federale overheid en van de Gewesten. Er zullen vergaderingen plaatsvinden in die zin.

 

Als eerste stap moest er uitvoering worden gegeven aan de beschikking van 31 juli 2014, des te meer omdat het Brussels Gewest ons heeft aangemaand om dwangsommen te betalen. Die eerste stap ging gepaard met twee geluidsbeperkende maatregelen, één bij het landen en één bij het opstijgen. Bovendien heb ik aan Belgocontrol gevraagd om mij wekelijks een nauwkeurige monitoring te bezorgen teneinde de strikte toepassing van het moratorium op te volgen.

 

Desalniettemin kan ik u verzekeren dat ik overeenkomstig het regeerakkoord daadwerkelijk op zoek ben naar een voor iedereen adequate structurele oplossing. U zal het met mij eens zijn dat een dossier van die aard niet zomaar in minder dan zes maanden op te lossen valt.

 

02.03  Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de minister, u zegt dat er vergaderingen plaats zullen vinden. Ik heb u een precieze vraag gesteld, of er overleg geweest is met de Gewesten. Daarop krijg ik geen antwoord. In plaats daarvan vertelt u mij dat er vergaderingen plaats zullen vinden en dat er structurele oplossingen gevonden zullen worden.

 

Het enige wat ik weet, is dat er een soort van jubel ontstaat op het niveau van Brussel, waarbij een aantal verantwoordelijke Brusselse politici van oordeel zijn en ook in het openbaar zeggen dat deze eerlijke spreiding nooit meer terugkomt. Als dat zo is, moet die luchthaven maar verhuizen.

 

Ik hoor u ook niets zeggen over mijn specifieke vraag in verband met de houding ten aanzien van de concentratie op dit moment. Ik hoor wel dat er een structurele oplossing gezocht wordt. Ik kan u enkel zeggen dat het potje aan het koken is.

 

Hopelijk zal het niet overkoken, want dat zou betekenen dat de legitimiteit van de luchthaven en de verdraagzaamheid ten aanzien van de luchthaven onderuit worden gehaald. Ik vrees dat er dan pas zal worden gejubeld op een aantal Brusselse niveaus omdat de luchthaven dan wellicht naar Charleroi zal verhuizen.

 

Met andere woorden, het moeilijk evenwicht dat werd bereikt na veel communautair overleg is nu weg. Het enige wat ik zie, is een terugkeer naar een concentratie. Meer nog, er is eigenlijk nog niets gebeurd, niettegenstaande het feit dat het al maanden is aangekondigd.

 

Ik zal er dan ook op blijven aandringen, mevrouw de minister, dat er effectief werk wordt gemaakt van een eerlijke spreiding. Ik zal daarvoor nog bij herhaling aan uw mouw trekken om te weten hoe het daarmee staat.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de M. Benoit Hellings à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "les deux mesures dites 'quick wins' mises en place à Brussels Airport" (n° 3634)

03 Vraag van de heer Benoit Hellings aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de twee 'quick wins' op Brussels Airport" (nr. 3634)

 

03.01  Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, dans la foulée de la mise en œuvre du moratoire sur le plan Wathelet, vous avez annoncé avoir donné l'instruction à Belgocontrol de mettre en place deux mesures dites quick wins en vue de réduire quelque peu le bruit généré par les avions décollant et atterrissant à Bruxelles.

 

Ces mesures sont les suivantes: l'élargissement des approches en descente continue (CDO) pour les atterrissages et l'application de la procédure NADP1 pour les décollages. Ces mesures étant par nature techniques, j'aimerais avoir quelques explications de votre part.

 

Selon une étude de la KU Leuven, la CDO a un léger effet positif sur les émissions de bruit dans les zones se situant à plus de 15 km de l'aéroport: un gain moyen de 2 dB pour un avion moyen courrier et de 3 dB pour un avion long-courrier. Je note donc que cela ne résoudra probablement rien pour les quartiers les plus proches de l'aéroport, en particulier les communes de Woluwe-Saint-Pierre, Kraainem et Wezembeek-Oppem, qui se trouvent sous la route menant à la piste 01.

 

Selon l'Organisation de l'Aviation Civile Internationale (ou ICAO en Anglais), la procédure de décollage NADP1 a pour objectif de réduire les émissions de bruit dans les zones très proches du bout des pistes. Il paraît qu'il existe aussi une procédure NADP2, qui consiste, elle, à réduire le bruit dans des zones plus éloignées. Si je comprends bien la description faite par l'ICAO sur son site internet, la procédure NADP1 consiste à décoller à vitesse réduite jusqu'à 3 000 pieds (900 mètres).

 

Quelque chose m'échappe probablement, mais ceci devrait, au contraire, engendrer plus de nuisances puisque les avions survoleront la ville à basse altitude. Jusqu'à présent, il avait toujours été recommandé que les avions prennent au plus vite de l'altitude, selon un gradient de montée d'au moins 7.

 

Madame la ministre, la descente continue sera-t-elle appliquée à tous les atterrissages ou seulement à une partie? Il semblerait que cette procédure ne soit applicable que dans certaines conditions, hors trafic important et dans de bonnes conditions climatiques. Tous les types d'avions (petit, moyen, gros porteurs) seront-ils concernés? Cette mesure ne serait-elle dès lors pas qu'un emplâtre sur une jambe de bois?

 

Pourquoi ne pas avoir choisi la procédure NADP2? Maintenez-vous le gradient de montée à 7?

 

Dans quels délais allez-vous proposer d'autres mesures quick wins?

 

03.02  Jacqueline Galant, ministre: À l'atterrissage, les procédures CDO ont démontré leur caractère positif en termes de niveaux de bruit dans la zone située à une distance comprise entre huit et vingt-cinq kilomètres des pistes.

 

En plus des deux pistes 25, l'application de ces procédures sera généralisée aux autres pistes de l'aéroport de Bruxelles National: 01, 07R et 07L.

 

Les procédures CDO qui visent à effectuer une descente suivant un profil vertical continu avec une puissance de moteur minimale peuvent être appliquées nuit et jour. Il est vrai que la gestion du trafic et de la sécurité aérienne ne permet pas une utilisation systématique diurne et nocturne. En revanche, nous pouvons tendre à systématiser leur emploi lorsque le trafic le permet.

 

Les procédures de départ à moindre bruit NADP permettent d'optimiser le profil de montée des avions afin de diminuer le bruit reçu au sol en fonction des zones survolées. Deux types de NADP existent: d'abord, une procédure destinée à prendre rapidement de l'altitude en vue de réduire le bruit à proximité directe de l'aéroport (NADP1), ensuite une procédure visant à prendre de la vitesse rapidement afin de réduire la puissance et le bruit à plus grande distance de l'aéroport (NADP2).

 

Il a été proposé d'introduire le recours à des procédures de départ à moindre bruit, de type NADP1. La réduction serait de l'ordre de trois à huit décibels en fonction de la catégorie d'appareil.

 

Justement, monsieur le député, avec la NADP1, la consommation de carburant dans la phase initiale de montée serait légèrement accrue de 3 %, tandis que les émissions d'oxyde d'azote seraient diminuées de 15 à 20 %.

 

Ces mesures ne vont pas résoudre entièrement la question du survol, j'en conviens, mais elles ont le mérite d'être prises rapidement et de produire de réels gains afin de réduire les nuisances sonores à destination de tous les citoyens. Je suis dorénavant tournée vers la recherche d'une solution structurelle.

 

03.03  Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Madame la ministre, en termes de consommation, on peut dire que vous savez parler à un député écologiste!

 

J'ai bien compris la procédure de descente continue et bien noté que la diminution du bruit est constatable pour des zones de huit à vingt-cinq kilomètres. Il en résultera un effet très positif pour le Brabant wallon, et nous pouvons nous en réjouir.

 

En revanche, les communes extrêmement survolées, telles Kraainem, Wezembeek-Oppem et Woluwe-Saint-Pierre, ne bénéficieront pas beaucoup des effets de ce quick win, mais ce n'est pas grave… Comme vous le dites, il faut continuer d'œuvrer à des solutions structurelles. Nous vous attendons sur cette question.

 

S'agissant de la NADP 1 et 2, j'en ai compris la subtilité.

 

Je vous remercie pour votre réponse.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de M. Benoit Hellings à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "l'application du moratoire sur le plan Wathelet" (n° 3740)

04 Vraag van de heer Benoit Hellings aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de toepassing van het moratorium op het plan-Wathelet" (nr. 3740)

 

04.01  Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, le moratoire sur le plan Wathelet est entré en vigueur le 2 avril dernier. Pourtant, plusieurs habitants de Bruxelles signalent, depuis cette date, la présence d'avions au-dessus de quartiers qui ne devraient plus, en principe, être survolés. Je ne vais pas entrer dans les détails qui figurent dans ma question écrite. Toutefois, je peux vous dire qu'une habitante d'Uccle a constaté que huit avions sont passés à très basse altitude à des heures où il ne devrait pas y en avoir; qu'un habitant d'Auderghem a constaté des bruits au décollage; qu'une habitante d'Ixelles signale des avions volant à très basse altitude; qu'un habitant d'Etterbeek, qui vous a d'ailleurs écrit le 16 avril, signale que de très nombreux avions survolent encore Montgomery, Thieffry et Pétillon et, enfin, qu'un habitant de Watermael-Boitsfort a constaté début avril que sa commune était massivement survolée. Je vous ai transmis les captures d'écran des positions radar qui attestent de ces survols.

 

Madame la ministre, quelles explications donnez-vous aux observations faites par ces habitants, tant à Uccle (route du canal) qu'à Ixelles (boucle à l'atterrissage) qu'à Auderghem ou Etterbeek (virage à gauche large)? Le moratoire est-il bien intégralement appliqué par Belgocontrol? On peut se poser la question puisque des avions se trouvent là où ils ne devraient pas se trouver.

 

Et si ce n'est pas le cas, quelles mesures envisagez-vous de prendre pour faire respecter le moratoire ou pour mettre un terme à cette boucle à l'atterrissage au-dessus de Bruxelles puisqu'on constate que malgré la mise en œuvre du moratoire au plan Wathelet, il persiste une boucle d'atterrissage au-dessus de Bruxelles?

 

04.02  Jacqueline Galant, ministre: Monsieur Hellings, Bruxelles était déjà survolée par certains décollages et atterrissages de l'aéroport de Bruxelles-National avant le 6 février 2014. Le moratoire n'a fait que rétablir la situation existante à cette date.

 

En ce qui concerne les observations faites à Uccle pour la route du canal, le nombre de vols sur cette route a considérablement diminué à la suite de l'introduction du moratoire, particulièrement le nombre de vols de gros porteurs. Cette route reste néanmoins utilisée pendant la journée du samedi et du dimanche pour tous les vols en direction du sud-ouest ainsi que la nuit pour les avions de moindre bruit, comme c'était le cas avant février 2014.

 

En ce qui concerne les observations faites à Auderghem, la situation est très variable d'un quartier à l'autre. La suppression du virage large a soulagé de nombreux quartiers. Le retour aux anciennes routes a, par contre, signifié le retour au survol existant avant février 2014 pour d'autres quartiers. Belgocontrol a reçu l'instruction de faire un monitoring continu de la situation sous forme d'un rapport hebdomadaire auquel je serai très attentive. Ce rapport sera également disponible sur le site internet.

 

04.03  Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Madame la ministre, vous n'avez pas répondu à la question concernant la boucle à l'atterrissage qui persiste. Je déposerai peut être une question écrite à ce sujet. Je serai attentif aux informations que vous divulguerez sur le site internet.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- M. Benoit Hellings à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "les effets du moratoire sur les vols de nuit empruntant la route du canal à Bruxelles" (n° 3956)

- Mme Sonja Becq à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "les nuisances sonores autour de l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 4120)

- M. Bert Wollants à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "l'utilisation nocturne de la route du canal par les avions ayant un QC inférieur ou égal à 4" (n° 4142)

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Benoit Hellings aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de gevolgen van het moratorium op nachtvluchten langs de zogenaamde kanaalroute in Brussel" (nr. 3956)

- mevrouw Sonja Becq aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de geluidshinder rond de luchthaven Brussel-Nationaal" (nr. 4120)

- de heer Bert Wollants aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "het nachtelijk gebruik van de kanaalroute door vliegtuigen met een QC lager of gelijk aan 4" (nr. 4142)

 

05.01  Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, le moratoire sur le plan Wathelet est entré en vigueur le 2 avril dernier.

 

Les habitants des quartiers situés aux alentours du canal ont pu constater avec satisfaction, comme vous venez de le dire, que depuis lors, le nombre de vols de nuit (de 23 h 00 à 06 h 00) sur cette route a substantiellement diminué.

Il semblerait que la mise en œuvre du moratoire dont vous venez de parler ait coïncidé avec la mise à jour dans l'Aeronautical Information Publication (AIP) de la liste des avions autorisés à emprunter de nuit la route du canal, avec l'obligation de respecter la nuit un quota count maximal de 4. Ceci avait été prévu au moment de la création de cette route en 2003 par Mme Onkelinx, après Mme Durant, mais n'avait jamais été mis en œuvre.

 

Le moratoire que vous avez mis en application marque très positivement ses effets pour cette route, qui survole la zone la plus densément peuplée non seulement de Bruxelles, mais aussi du pays, et cause encore des nuisances dans le chef de plus de 390 000 citoyens, selon l'étude dite ULB.

 

Madame la ministre, pouvez-vous me communiquer l'évolution du nombre d'avions survolant de nuit la route du canal depuis l'entrée en vigueur du moratoire le 2 avril 2015? Pouvez-vous me confirmer que vous ne remettrez pas en question, dans un avenir proche ou lointain, l'ensemble des décisions et donc les améliorations connues sur cette route du canal depuis lors?

 

05.02  Sonja Becq (CD&V): Mevrouw de minister, mijn vraag sluit aan bij die van collega Hellings. Na het moratorium voor het plan-Wathelet is het nachtelijk gebruik van de kanaalroute aan de orde. Collega Hellings sprak over een mise à jour van de AIP, maar wij zien eigenlijk niet waarom een mise à jour nodig was. In de AIP die ik in mijn schriftelijke neerslag heb overgenomen, werden oorspronkelijk ongeveer honderd vliegtuigtypes met een QC lager of gelijk aan 4 toegelaten.

 

Wij stellen vast dat het aantal vliegtuigtypes verminderd werd tot ongeveer tien vliegtuigen in plaats van honderd door te spreken over “potentiellement QC 4” versus “effectivement QC 4”. Laat ik dat verduidelijken met een voorbeeld. Stel, een Volkswagen kan ofwel een motor van 1 400 cc ofwel van 2 000 cc hebben en men doet alsof die steeds 2 000 cc bevat, wat niet waar is.

 

Mevrouw de minister, ik heb hierbij heel veel vragen. Waarom gebruikt men die terminologie? Waarom werd er niet gewoon teruggekeerd naar de oude lijst met uitvoering van het regeerakkoord? Wat is het gemiddeld aantal bewegingen van vliegtuigen met een QC +4 maar ook met een QC –4, effectief en niet alleen potentieel, dat hierdoor onterecht verschoven wordt naar de Noordrand? Op welke manier zult u het probleem verhelpen? Dat kan vrij eenvoudig door gewoon de oude lijst te hernemen en te zeggen dat het effectief moet gaan om vliegtuigen met een QC –4.

 

Daarbij aansluitend, door een terugkeer naar de oude situatie blijft er een vraag naar de evaluatie van de routes die op 9 januari en 6 maart in gebruik werden genomen. Die zullen geëvalueerd en waar nodig aangepast worden met het oog op aanvaardbare oplossingen. Hoever staat het met de evaluaties zoals overeengekomen in het regeerakkoord?

 

05.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, mevrouw Becq heeft het al zeer duidelijk geschetst. In het regeerakkoord hebben wij ervoor gekozen om de luchthavenakkoorden van december 2008 en februari 2010 als uitgangspunt voor het beleid rond geluidshinder te behouden. In punt 2.1 van de luchthavenakkoorden lezen we dat de kanaalroute voor nachtelijke vluchten wordt gebruikt door vliegtuigen met een QC kleiner of gelijk aan 4 en door vliegtuigen uitgerust met precision region navigation en in de AIP is dat vertaald met een opsomming van een honderdtal verschillende toestellen. Nu staan er nog ongeveer 30 in, waardoor heel veel van de toestellen die vandaag ’s nachts de Ringroute gebruiken, geen QC van 4 maar soms van 3, van 2 of nog minder hebben. Dat lijkt mij niet helemaal te stroken met de akkoorden.

 

Op de website van Brussels Airport vindt men het baangebruik en de bevlogen routes terug. Terwijl in januari 2014, dus voor vliegtuigen de bocht naar links maakten en de kanaalroute intensiever zijn gaan gebruiken, bijvoorbeeld de Boeings 757 en 737 netjes op de kanaalroute zaten, vliegen zij sinds 2 april richting Chièvres 3C, dus de ringroute. Dat is inderdaad de ringroute. Het gaat over ongeveer 5 tot 7 toestellen per nacht. We hebben in een gemiddelde nacht 17 tot 19 toestellen. Dat is toch wel een zeer belangrijk aandeel. Ik meen dat men daarmee heel ver verwijderd is van het regeerakkoord en het akkoord van 2010.

 

Ik heb hierover dus een aantal vragen. Ten eerste, kunt u mij duiden op welke manier tot herziening van de lijst werd beslist? Wie heeft hiertoe de opdracht gegeven? Hoe moeten we dat plaatsen tegenover de aangehaalde passage uit het luchthavenakkoord?

 

Ten tweede, zul u de nodige stappen doen, zodat vliegtuigen met een QC lager of gelijk aan 4 effectief de kanaalroute zullen gebruiken? Zult u dat op de snelst mogelijke manier rechtzetten, namelijk via NOTAM?

 

Voorzitter: Wouter Raskin.

Président: Wouter Raskin.

 

05.04 Minister Jacqueline Galant: Ik wil, ten eerste, herhalen dat ik mij aan het regeerakkoord houd. Mijn instructie is in die zin duidelijk geweest, met name een terugkeer naar de toestand van vóór 6 februari 2013.

 

Van de lijst van vliegtuigen die tot de kanaalroute worden toegelaten, wens ik een chronologisch overzicht te geven. De lijst die van toepassing was, dateert van 2003 en paste reeds het criterium toe om vliegtuigen met een QC-waarde lager dan of gelijk aan 4 op te nemen. Die lijst was bijgevolg twaalf jaar oud. Belgocontrol en het DGLV hebben van de gelegenheid gebruik willen maken om de lijst te actualiseren en aan te passen aan de huidige situatie.

 

Wel moet ik toegeven dat de criteria die daartoe in aanmerking werden genomen, louter theoretische criteria zijn die op internationale normen berusten. Dat verklaart een inkorting van de lijst. Bepaalde vliegtuigtypes die Brussel-Nationaal aandoen, voldoen namelijk eveneens aan de gestelde criteria.

 

J'ai donc demandé à Belgocontrol et à la DGTA, avec le concours de Brussels Airport Company, de mettre cette liste à jour en tenant compte tout d'abord du respect du quota count, et, ensuite, en y faisant figurer tous les types d'avions conformes qui opèrent à Bruxelles-National. Je demanderai à ce que cette liste soit revue de manière régulière afin que soient respectés ces principes.

 

De evaluatie van de vliegroutes van 9 januari en 6 maart 2014 is, ten slotte, nog steeds aan de gang. Ik zal uiteraard niet nalaten u daarover te berichten wanneer ik over de evaluatie zal beschikken en ze geanalyseerd heb.

 

Je suis dorénavant tournée vers la recherche d'une solution structurelle qui cherchera à éviter les zones densément peuplées et la route du canal.

 

05.05  Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je suis entièrement d'accord avec vous. C'est la route la plus densément peuplée des routes avoisinant l'aéroport. Comme vous l'avez dit, au moment où cette route a été définie, en 2003, avec l'établissement de la route du canal, appelée aussi la route Onkelinx, le quota count, inférieur ou égal à 4, avait été spécifié comme norme, étant donné la densité de population qui se trouvait déjà sous cette route.

 

Nous resterons donc très attentifs aux modifications éventuelles que vous envisageriez ou que Belgocontrol envisagera pour qu'elles tiennent bel et bien compte de ce critère essentiel, à savoir la densité de population et donc de sa non soumission au quota count supérieur à 4.

 

05.06  Sonja Becq (CD&V): Mevrouw de minister, enerzijds zegt u dat u het regeerakkoord zal uitvoeren. Dat betekent voor ons dat u effectief terugkeert naar de vroegere toestand.

 

Ik heb u heel duidelijk horen zeggen dat het om een theoretische lijst ging. Wij hebben het over de effectiviteit. Als ik in een carrosserie van een auto een motor kan plaatsen van 1 000 cc en in een andere carrosserie een motor van 2 000 cc dan moet ik niet alleen de carrosserie vermelden, maar ook duidelijk maken welke motor ik zal gebruiken.

 

U moet dus terugkeren naar de vroegere lijst en dan mag u daar voor mijn part bij zetten dat het moet gaan over toestellen die effectief – niet theoretisch, maar effectivement, en réalité – beneden of gelijk aan de 4 QC zitten. Op dat moment beantwoordt u aan de gemaakte afspraken.

 

Ik begrijp dat u de opdracht hebt gegeven om terug te keren naar de vroegere toestand, maar door te spelen met de begrippen effectiviteit en theorie is er sprake van een zekere misleiding. Ik zou graag hebben, mevrouw de minister, dat u de situatie zo snel mogelijk rechtzet via een NOTAM.

 

05.07  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik meen dat het duidelijk is: u hebt de opdracht gegeven om het criterium QC kleiner dan af gelijk aan 4 toe te passen. Wij merken in de praktijk dat dat niet helemaal op de juiste manier is gelukt.

 

Er zijn lijsten voorhanden waarop men voor elk toestel de QC-waarde kan vaststellen. Dat is ook de reden waarom ik in mijn vraag heb vermeld dat bepaalde van die toestellen inderdaad een QC van 2 of 3 hebben. Dat wil zeggen dat wij zo specifiek kunnen bepalen welke toestellen er wel en welke toestellen er niet over de ringroute, dan wel de kanaalroute moeten.

 

Ik meen dat wij het akkoord correct moeten toepassen. Ik heb trouwens hetzelfde gehoord bij de heer Hellings. Op die manier kunnen alle vliegtuigen met een QC van meer dan 4 ’s nachts de ringroute gebruiken en alle anderen kunnen dan de kanaalroute gebruiken. Dat lijkt mij een billijke en eerlijke spreiding, die is overeengekomen in het luchthavenakkoord, dat door zowat alle partijen in dit land werd goedgekeurd.

 

U moet dat zo snel mogelijk doen, zodat we de problematiek niet hoeven toe te voegen aan de problemen van hinder, die vandaag bestaan. Dat is alweer een probleem minder om aan te pakken in het grotere luchthavenakkoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.