BIAC BLIJFT FREQUENTIE NEGEREN ALS HINDERFACTOR VLIEGHAVEN

NOORDRAND IS SLECHTS POTENTIËEL GEHINDERD

 

PERSBERICHT dd 3.2.2004

 

Op enkele jaren tijd is de geluidshinder rondom de luchthaven Brussel-Nationaal sterk gedaald. Het geluid van de opstijgende nachtvluchten is tussen 1999 en 2003 zelfs gehalveerd.

Dat is grotendeels te danken aan het inzetten van minder lawaaierige toestellen. Dat heeft luchthavenbeheerder BIAC donderdagmiddag bekendgemaakt.

Zo daalde de geluidsuitstoot per vliegtuig, uitgedrukt in QC (Quota Count) volgens de gegevens van BIAC tussen 1999 en 2003 met de helft. Dat is vooral te danken aan de modernisering van de vliegtuigvloot. Zo mogen de meest lawaaierige toestellen niet langer opstijgen tussen 23.00 uur en 06.00 uur. Het gaat daarbij onder meer om de Boeings 727 en Boeings 747.

Daarnaast werd ook de oppervlakte die samenvalt met de geluidscontour van 55 dB (de zogenamde Laeq-contour waarbij een gemiddelde geluidswaarde -inclusief stiltes- wordt berekend) verkleind in de periode 1999-2002. Overeenkomstig daalde het aantal inwoners binnen die Laeq-contour van 37.000 (1999) naar 14.000 (2002).

Voorts verwijst BIAC ook naar gegevens van de K.U. Leuven over het aantal "potentieel ernstig gehinderde personen" waarbij men zich baseert op een studie van de Nederlandse onderzoeker Miedema. Die onderzocht op basis van een reeks enquêtes en onderzoeken de band tussen de reële geluidsproductie en de hinder bij de omwonenden en legde daarbij een gemiddelde vast. Volgens die berekening zijn in de omgeving van Zaventem 10.000 "potentieel ernstig gehinderden", tegenover meer dan 30.000 in 1999. "Belangrijk te zeggen is dat het gaat om 'potentiële' gehinderden, want hinder is steeds afhankelijk van subjectieve factoren", zo verduidelijkte Liesbeth Peeters, geluidsexperte Wat betreft de discussie over het plafond van 25.000 nachtvluchten per jaar, stelde Paul De Backer dat men zich niet moet "fixeren op één cijfer", maar dat men "moet vertrekken van gegevens over het geproduceerde geluid en de bijhorende mogelijke hinder" en dat het streven naar minder lawaaierige toestellen daarin een belangrijke rol speelt.