REACTIE GOUVERNEUR DE WITTE BESTENDIGE DEPUTATIE OP VELE TIENTALLEN MAILS NAV NIEUWE MILIEUVERGUNNING BIAC
Leuven, 9 juli 2004
Geachte mevrouw,
Geachte heer,
Ik heb van u, zoals van vele anderen, een brief of e-mail gekregen over de luchthaven van Zaventem en meer bepaald over de milieuvergunning die BIAC, de uitbater van de luchthaven, heeft aangevraagd en waarover de Bestendige Deputatie van Vlaams-Brabant over moest beslissen. Uw bezwaren waren meestal niet alleen aan mij, maar aan verschillende beleidsverantwoordelijken tegelijk gericht.
Ik heb u niet eerder kunnen antwoorden, omdat ik de beslissing van de Bestendige Deputatie moest afwachten. Ik kon niet vooruitlopen op de besluitvorming en op de beslissing. Nu die beslissing vorige donderdag is gevallen, wil ik u wel graag antwoorden. Ik vraag er uw begrip voor dat ik een gezamenlijk antwoord geef aan alle briefschrijvers.
De beslissing die moest worden genomen over de milieuvergunning voor de uitbating van de luchthaven, was voor mij persoonlijk en voor alle leden van de deputatie een bijzonder moeilijke afweging. De gevolgen van de genomen beslissing kunnen zeer groot en verstrekkend zijn, zowel voor het leefmilieu en de leefbaarheid voor de omwonenden, als voor de economische ontwikkeling en de tewerkstelling. Er is binnen de deputatie een lang en grondig debat gevoerd, met als rode draad het zoeken naar een aanvaardbaar evenwicht tussen de bescherming van de leefbaarheid en de mogelijkheden voor economische ontwikkeling. Ieder zal haar of zijn eigen mening en appreciatie hebben over het genomen besluit, maar vast staat dat er oprecht gezocht en gestreefd is naar een goed evenwicht in beslissing.
Vooraleer verder in te gaan op de inhoud van de bezwaren of vragen en van de beslissing die de Bestendige Deputatie heeft genomen, wil ik u zeggen dat ik bij sommige brieven geschrokken ben over de toon die is gebruikt. Dat iemand zijn bezwaren uit en zijn standpunt voluit verdedigt, vind ik volkomen gewettigd, normaal en gezond in een democratie. Daar heb ik niet alleen geen enkel probleem mee, integendeel, ik stel het zeer op prijs dat u dat doet. Ik heb elk van uw brieven ook met aandacht gelezen. Maar benevens de inhoudelijke bezwaren en argumenten, komt daar vaak in naar voor dat, indien we niet ingaan op de eisen van de bezwaarindiener, dit (nogmaals) bewijst dat het beleid niet wil luisteren naar "het volk" of naar "de burger". "Als u niet naar mij luistert, luistert u niet naar dé burger". Men doet alsof er bij het volk of de burger maar één standpunt bestaat. Zoals in de meeste dossiers, is dat ook in dit moeilijke dossier niet zo. Wanneer ik de brieven na elkaar lees, lees ik in de ene brief dat de burger het spreidingsplan onvoldoende vindt en meer spreiding wil, terwijl in de andere brief staat dat de burger de spreiding verwerpt en vindt dat er opnieuw zoals vroeger moet worden gevlogen. Twee tegengestelde standpunten dus, maar eenzelfde conclusie: als u mijn standpunt niet volgt, luistert u niet naar de burger.
Hetzelfde geldt voor de afweging tussen bescherming van leefmilieu en leefbaarheid enerzijds, en economie en tewerkstelling anderzijds. Vaak werd mij geschreven dat we de rust van mensen niet mogen opofferen aan de belangen van "de economie". Zoals anderen, uit een tegenovergestelde hoek, mij komen zeggen dat de toekomst van de luchthaven niet mogen opofferen aan "het leefmilieu". De afweging gaat niet tussen twee abstracte begrippen, het leefmilieu en de economie, maar tussen de belangen van zeer concrete mensen, met name de mensen die in de omgeving van de luchthaven wonen en die rust wensen enerzijds, en van mensen die hun tewerkstelling, inkomen en bestaanszekerheid danken aan de activiteiten van de luchthaven. De brieven en e-mails die ik een paar jaren geleden kreeg toen zoveel mensen hun job verloren door het faillissement van SABENA, waren even geëmotioneerd als vele van de mails die ik de jongste tijd van u kreeg. Men schrijft wel eens dat de tijd van de ideologieën voorbij is, dat er nauwelijks nog duidelijke tegenstellingen zijn tussen de politieke visies, dat de extremen uit het politieke spectrum verdwenen zijn. Als dat al zo zou zijn voor globale politieke visies of ideologieën, dan geldt dat zeker niet voor standpunten in één of ander dossier. Het valt mij op dat nogal wat mensen in een concreet dossier een zeer scherp en zelfs extreem standpunt innemen en de politiek op voorhand al verwijten dat ze dat standpunt niet zo zal of wil volgen. Ik bedoel met extreem niet dat een standpunt wereldvreemd zou zijn of zo, maar wel dat het zich in de mogelijke besluitvorming helemaal aan het ene of andere uiteinde situeert. Ook in dit dossier is dat zo. Aan de ene kant wordt bij mij gepleit voor een afschaffing of vermindering van het aantal nachtvluchten, voor (soms forse) beperkingen op de dagvluchten en door sommigen zelfs voor het opheffen van de luchthaven van Zaventem. Als argument wordt met reden verwezen naar de veroorzaakte hinder; de gevolgen voor tewerkstelling en inkomen worden veronachtzaamd of als zonder veel belang geacht. Aan de andere kant wordt bij mij gepleit voor het verminderen of zelfs opheffen van de beperkingen op de vluchten. Als argument wordt met reden verwezen naar het verschijnen of creëren van vele jobs; de gevolgen voor hinder en rust worden veronachtzaamd of zonder belang geacht. Het is goed dat standpunten zo duidelijk mogelijk worden verwoord. Maar toch verbaast het mij dat in zoveel brieven geen enkel begrip wordt opgebracht voor de belangen van andere mensen zeker, omdat ik uit de stijl van de brieven opmaak dat vele briefschrijvers een vrij goede tot hoge opleiding hebben genoten.
Wat ik u dus wil en moet vragen, is te beseffen en erkennen dat ook het beleid voeren en beslissen altijd een afweging is tussen uiteenlopende vragen en belangen. Nogmaals ik vind het normaal en goed dat u uw standpunt zo sterk mogelijk verdedigt, maar ik vind het veel minder normaal dat u doet alsof een ander standpunt niet bestaat of niet mag bestaan. Eerlijk gezegd, vind ik het zelfs een beetje beangstigend dat mensen niet kunnen of willen erkennen dat verschillende standpunten en belangen in het geding zijn. Het is juist de opdracht van beleid en politiek om daartussen een afweging te maken, om rekening te houden met die verschillende standpunten en belangen en om zo goed mogelijk een evenwicht daarin te vinden. De politiek is niet rot omdat zij rekening houdt met de verscheidene belangen en daartussen een afweging maakt. De politiek zou juist rot zijn mocht ze dat niet meer doen, mocht ze slechts naar één enkel standpunt luisteren of laten uitschijnen dat dat zo is.
Ik wil hier wel zeer uitdrukkelijk zeggen dat het bovenstaande een reactie is op een aantal, maar zeker niet op alle brieven en e-mails die mij werden gestuurd. Veel brieven formuleren een duidelijke en correcte vraag, zonder meteen alle andere argumenten en inzichten te verwerpen.
Ik wil u nu graag iets zeggen over de grond van de zaak.
Tot voor 2000 was er voor de activiteiten van de luchthaven geen milieuvergunning vereist en was er geen enkele reglementering die de hinder van overvliegende vliegtuigen poogde te beperken. Het is met name het provinciebestuur dat deze problematiek heeft aangekaart, dat gevraagd heeft naar een reglementair kader om een evenwicht tussen ontwikkeling en leefbaarheid tot stand te brengen en dat als eerste grenzen heeft bepaald voor de vliegactiviteiten.
In het midden en de tweede helft van de jaren '90 zijn er meer dan 25.000 nachtvluchten per jaar geweest, met lawaaierige vliegtuigen die aan haast geen enkele norm waren onderworpen. De Bestendige Deputatie heeft in 2000 als eerste de grens van 25.000 nachtvluchten per jaar naar voor geschoven, gekoppeld aan het verbieden van vluchten met een QC (geluidsproductie) van meer dan 12 en aan het beperken van de totale geluidshoeveelheid per jaar (de som van alle vertrekkende vluchten) tot 86.500 QC per jaar. Er werd dus zeer bewust aangestuurd op een vlootvernieuwing en op het overschakelen op vliegtuigen die minder geluid produceren. SABENA was daar toen al mee bezig, DHL heeft die vlootvernieuwing sedertdien doorgevoerd.
Die vlootvernieuwing was een stap die moest worden gezet, ook al was en is dat geen eindpunt. Het goede evenwicht tussen mogelijkheden laten voor ontwikkeling en beschermen van leefbaarheid, moet in het licht van wijzigende omstandigheden steeds opnieuw kunnen worden bekeken. De vlootvernieuwing heeft wel degelijk impact. Wanneer je de maximale toegelaten geluidshoeveelheid van 86.500 QC per jaar voor 25.000 nachtvluchten omzet naar het reëel aantal nachtvluchten uit 2003 (20.800), bekom je dat die 20.800 nachtvluchten in 2003 een totale geluidshoeveelheid van ongeveer 70.000 QC mochten bereiken. Welnu, de reëel geproduceerde geluidshoeveelheid voor 2003 lag ongeveer 1/3 lager dan die 70.000 QC. Dit is te danken aan de opgelegde vlootvernieuwing.
Daarnaast is het zo dat, nadat minister Durant, aanvankelijk geopteerd had voor een concentratie van alle nachtvluchten boven de Noordrand, de federale regering nu duidelijk gekozen heeft voor een zekere spreiding van de vluchten. Voor de ene gaat de spreiding die minister Anciaux heeft beslist niet ver genoeg, voor de anderen gaat ze veel te ver. De spreidingsmaatregelen werden pas in maart 2004 van kracht en de uitvoering ervan is, zo bleek uit een zeer recente evaluatie, nog maar een relatief succes. Maar hoe dan ook betekent de spreiding dat, in vergelijking met de jaren '90, het niet zo is dat de reeds meest gehinderde gebieden nu nog een groter aandeel van de hinder moeten verwerken.
Ik moest u deze korte historiek geven, omdat het in veel van uw brieven wel lijkt alsof er vroeger beperkingen golden en de overheid die nu wil gaan opheffen. Het omgekeerde is dus waar. Vroeger waren er helemaal geen beperkingen en stap voor stap werden en worden er grenzen bepaald waarin de ontwikkeling kan gebeuren. Daarbij willen en moeten we rekening houden met de evoluties zoals die zich in de werkelijkheid voordoen.
De nieuwe beslissing van de Bestendige Deputatie over de nieuwe milieuvergunning ligt helemaal in diezelfde lijn.
Voor de nachtvluchten weet iedereen dat de federale regering onderhandelt met DHL, dat vandaag ongeveer 2/3 van de nachtvluchten uitvoert. Die onderhandelingen zijn nog bezig en dus weet de Bestendige Deputatie vandaag niet tot welk resultaat die zullen leiden. DHL vraagt zeer duidelijk een forse uitbreiding van de activiteiten 's nachts, die mogelijk in beperkte mate zullen worden toegestaan door de federale regering. Mogelijk komt er ook geen akkoord met DHL en beslist dit bedrijf om zijn activiteiten te verminderen. Omdat er geen enkele zekerheid en zelfs nog geen zicht bestaat op wat de situatie kan worden, heeft de Deputatie beslist de bestaande beperkingen voorlopig te handhaven. Drie normen zijn daarbij van belang: het maximum aantal nachtvluchten per jaar (nu 25.000); de maximum totale geluidshoeveelheid per jaar (nu 84.000 QC); de maximum toegelaten geluidsproductie per vertrekkend vliegtuig (nu 12 QC). De combinatie van die drie normen is van belang. Daarom ook heeft de Deputatie beslist dat zij die drie normen opnieuw zal bekijken wanneer zij over duidelijke gegevens beschikt. Er is dus geen sprake van een vrijbrief of blanco cheque voor om het even welke ontwikkeling die wordt gevraagd.
Daarbij wil ik een bewering tegenspreken die vaak opdook in de e-mails van de jongste dagen. Daarin wordt gezegd dat men uit goede bron heeft vernomen dat er vanwege de SP.a is voorgesteld om het plafond voor de nachtvluchten op te trekken tot 28.000 per jaar. Indien daarmee wordt bedoeld dat bij de besprekingen in de Deputatie voorgesteld werd om dit zo in de milieuvergunning in te schrijven, klopt dit in elk geval niet. Geen enkel lid van de deputatie heeft voorgesteld om in de nu af te leveren milieuvergunning af te wijken van het bestaande plafond van 25.000 nachtvluchten per jaar. Dat plafond werd dan ook niet gewijzigd.
Voor de dagvluchten bestaat er tot vandaag quasi geen enkele beperking. De Deputatie heeft nu, als eerste overheid, beslist dat er grenzen moeten worden vastgelegd voor de lawaaihinder door dagvluchten. Omdat de Deputatie van mening is dat zij vandaag over onvoldoende precieze gegevens beschikt om de normen voor de dagvluchten reeds vast te stellen, vraagt zij daarvoor eerst een studie en zal zij op basis daarvan normen bepalen. Maar de optie van de Deputatie om grenzen te bepalen, ligt dus wel degelijk vast.
Tenslotte wil ik u er op wijzen dat de Bestendige Deputatie de gedachte steunt dat de hinder best wordt gespreid over de verscheidene sectoren met omwonenden en daarom ook beslist heeft om het spreidingsplan van minister Anciaux over te nemen in de milieuvergunning voor BIAC. Dat spreidingsplan moet dan ook in de praktijk correct worden uitgevoerd.
Ik heb begrip voor ieder die schrijft en die zijn standpunt verdedigt. Ik vraag er uw begrip voor dat de overheid wordt aangeschreven en aangesproken uit verschillende hoeken, met uiteenlopende standpunten. De overheid kan dus niet iedereen die vraagt naar haar of hem te luisteren, volledig gelijk geven of volgen. De rol van de overheid is om tot een afweging en een evenwichtig besluit te komen. Dat heeft de Bestendige Deputatie bij deze milieuvergunning ook in eer en geweten gedaan. Zij zal in de toekomst dit dossier blijven opvolgen en evalueren, met het belang van het geheel van de bevolking voor ogen.
Met vriendelijke groeten
Lodewijk De Witte