Persbericht Daedalus 24 November 2008
Het Salomon's oordeel
RVS Verenigde kamers afdeling bestuursrechtspraak, arrest nummer 187. 998 van 17 november 2008
Kunnen Walen, Vlamingen en Brusselaars samen tot oplossingen komen?
Voor het eerst werd het dossier van de Nationale luchthaven grondig bestudeerd
door Vlamingen, Walen en Brusselaars samen in de Raad Van State en dit zonder in
de klassieke stellingenoorlog van vooringenomendheden te belanden.
De bereikte uitspraak bevat een Salomon’s oordeel? De almacht van de staat wordt
erkend, de rol van het gerecht geminimaliseerd. Het lot van de burger ligt meer
dan ooit in staatshanden. Wel zijn de besluiten en vooral de logica daarheen
onthullend. De gemengde kamers komen tot het besluit dat de overheid bevoegd is
om concentratie of spreiding te beslissen. Dit moet wel volgens objectieve
criteria gebeuren (bij concentratie boven de dunst bevolkte gebieden, bij
spreiding een echte spreiding op de grond en in de lucht). Er wordt erkend dat
de spreiding niet voltooid is en bovendien verhinderd wordt door een voorlopige
rechtsuitspraak (het verbod om op de 02 te landen) evenals technische redenen
van capaciteit. De staat is verantwoordelijk voor het algemene gezondheidsniveau
van haar burgers.
De uitspraak schrikte het zuidelijke landsgedeelte op. Slagzinnen hebben plaatsgemaakt voor nuchtere feiten. Baan 20/02 is, gelegen in het dunst bevolkte gebied rond de luchthaven, de eerst aangelegde baan, voortdurend in gebruik geweest, langer dan de meeste Europese banen en met een hellingsgraad van minder dan 1% moet volgens de verenigde kamers gebruikt worden in het kader van een billijke spreiding.
Wanneer de overheid een overbelaste zone niet ontlast, dan kan dat legitiem zijn
wanneer de randvoorwaarden zwaarwichtig genoeg zijn en haar daartoe dwingen. De
buurtbewoners kunnen dan enkel rekenen op het staatsmanschap en goed bestuur van
de regeringspartijen om deze belemmeringen op te heffen. Impliciet verwijst de
RVS duidelijk naar het feit dat de Belgische staat geen werk maakt van
juridische procedures tot opheffing van de rechterlijke beslissing die een
voorlopig verbod op het gebruik van baan 02 verordende.
Een billijke verdeling naar alle buurtbewoners is niet moeilijk.
Aan Franstalige kant moet het principe “de aanhouder wint” en het eigen
belang plaatsmaken voor een beleid dat voorafgegaan wordt door het afwegen van
ieders belangen. Zo niet vervallen we opnieuw in de Belgische traditie waar
Vlaanderen het Belgische gebeuren onderhoudt door toe te geven op zowat alles.
Het is aan de Vlaamse partijen en vooral Open VLD om duidelijk te maken aan haar
Franstalige zusterpartij dat behoorlijk bestuur gebaat is bij de uitvoering van
het gekozen beleid (billijke spreiding) en dat de voltallige regering daarvoor
de nodige maatregelen zal nemen. Deze zijn eenvoudig te realiseren door:
- de uitwerking van een meer evenwichtige verdeling om het voorlopig verbod
om
preferentieel te landen op baan 02 (MR land met Wezenbeek, Kraainem) op te
heffen
- de gelijke uitrusting van alle banen
- gebruik van veilige (Internationale ICAO normen) en dus voor alle banen
gelijke
windnormen.
Arrest nummer 187. 998 van 17 november 2008, verenigde kamers.
Onderwerp:
1. De vraag van de Oostrand (Woluwe’s, Wezembeek, Kraainem, Tervuren) tot
de vernietiging van het spreidingsplan.
2. De vraag van de Noordrand (Diegem, Haren, Neder Over heembeek, Vilvoorde)
tot nietig verklaring van het verplichtte baangebruik van 25R op zaterdag.
Praktisch vragen enkele inwoners van de Oostrand dat de baan 20 nooit verplicht
gebruikt zou worden (preferential runway) en dus enkel toegelaten bij storm of
werken op de andere banen (concentratie voor de andere banen). Voor het
routegebruik wordt gevraagd om opstijgende vliegtuigen die gebruik maken van
baan 20 direct na opstijgen te laten afdraaien naar Vlaanderen om zo de inwoners
die in het verlengde van de startbaan wonen (Nossegem, Kraainem, Wezembeek) te
vermijden.
Praktisch vragen de bewoners van de Noordrand dat het spreidingsplan, zoals
voorgesteld door de op 25 juni 2003 opgerichte werkgroep BRUNORR (Brussels
Airport Noise reduction and redistribution) opnieuw in voege treed en dit door
de afbouw van de ingevoerde aanpassingen (die leiden tot verdere overbelasting
in de week, in het w.e. en ’s nachts).
Door de twee zaken samen te behandelen in de gemengde kamer wenst de RVS het
luchthavenbeleid van de overheid te faciliteren via de aanlevering van een
coherent juridische basis.
Oordeel van de RVS:
Algemeen.
Art 18.2: De discretionaire bevoegdheid van de federale overheid geldt zowel de
bepaling van het aantal vluchten als de verdeling ervan. Wat betreft de bepaling
van het aantal vluchten behoudt de RVS haar bevoegdheid om na te gaan of de
overheid een billijk evenwicht heeft gevonden tussen de belangen van de
betrokken partijen. Het is aan de overheid zelf om te oordelen op welke wijze ze
de hinder organiseert, indien zij daar voldoende argumenten voor heeft. Indien
zij zou kiezen voor concentratie dan moet dat in het dunst bevolkte gebied rond
Brussels Airport zijn (dus logischerwijs de Oostrand).
De keuze voor spreiding is echter de juiste beleidsbeslissing omdat:
M.b.t. de vraag tot schorsing van het spreidingsplan.
In het kader van de genomen beleidskeuze tot billijke spreiding is het evident
dat de gebieden onder de startbanen hun rechtmatig deel ontvangen. Bovendien
blijkt dat baan 20 het hoogste percentage van de tijd in de gunstige
windrichting ligt (95,8% van alle nachten). Dit betekent dat, ceteris paribus,
baan 20 de meest betrouwbare baan is (art 9.1). Een stand still rond de
luchthaven, waardoor gebieden het historisch recht zouden opeisen om van
geluidshinder gevrijwaard te zijn, kan niet ingeroepen worden omdat er
voortdurende wijzigingen in de organisatie van het luchtruim zijn geweest.
Het is dan ook rechtvaardig dat een zone 14% van de hinder ontvangt (art 12.2).
In casu de Oostrand, die gedurende de week en ’s nachts minder dan haar
proportioneel deel krijgt.
Het spreidingsplan was dan ook een logische uitwerking van de genomen
beleidsbeslissing. De gegrondheid van de vraag wordt verworpen en de
Vernietiging van het spreidingsplan is uitgesloten, verder zetten van het
principe in het beleid is de aanbeveling.
M.b.t. de vraag tot stopzetten van het gebruik van baan 25R op zaterdag.
Uit het dossier blijkt dat de verzoekers inderdaad een zware geluidshinder
te verwerken krijgen (art 32.3). Wanneer de overheid, als gevolg van mogelijke
dwangsommen, vluchten verschuift naar andere bestaande configuraties, dan kan
zij dit doen door haar discretionaire bevoegdheid en omdat zij daartoe verplicht
wordt door omstandigheden. Het tijdelijk verder verzwaren van een al overbelaste
zone is dan gewettigd. Expliciet verwijst de RVS naar het voorlopige verbod
opgelegd door het Brusselse Hof Van Beroep op 17 maart 2005 om baan 02, in
afwachting van voldoende argumentatie, te gebruiken (art 32.1, 32.2.2, 32.2.4).
Zij volgt de Belgische staat die stelt dat zij dan niet anders kan dan de
overbelaste zones nog meer te belasten. Impliciet zegt zij dat de overheid haar
beleidsprincipes kan nastreven door de belemmeringen op te heffen. Expliciet
stelt zij dat zij door de discretionaire bevoegdheden de Staat hiertoe niet kan
verplichten of aanmanen. Het onevenwichtig karakter van de bestaande toestand
wordt bevestigd. De eis tot nietig verklaren van het preferentieel baangebruik
op zaterdag op baan 25R wordt verworpen.