PERSBERICHT ACTIE NOORDRAND
eachte Heer Minister Leterme, Geachte Heer Minister Peeters,
Geachte Heer D’Hondt, Geachte Heer Winters,
Onder boven vermelde hoofding werd in De Standaard van vorige vrijdag
kritiekloos een mededeling van de actiegroep AWACCS uit Wezembeek-Oppem
overgenomen. Deze wekt verkeerdelijk de indruk dat de lawaaihinder van de
luchthaven nu verschoven is van de Noordrand naar de Oostrand en dat het
spreidingsplan dus heeft gezorgd voor een concentratie op de Oostrand. Deze
mededeling (n.a.v. de recente publicatie van de vergelijkende cijfers in de
verschillende meetpunten van Aminal - www.mina.be) is een flagrante leugen
om de volgende redenen.
1.
In de eerste plaats werd het jaar 2002 (voor 2002 werden door Aminal niet op
alle locaties systematische metingen gedaan) als vergelijkingsbasis gekozen.
Het jaar 2002 was helemaal niet representatief voor de zogeheten ‘historische
toestand’ (voor zover die al bestaan heeft). Integendeel, het jaar 2002 was
een jaar van flagrante concentratie. Minister Durant had reeds tijdens de jaren
2001/2002 een reeks maatregelen getroffen juist met de bedoeling om een nieuw
zogenaamd historisch kader te creëren.
Hierop had in twee stappen de volledige nachtconcentratie moeten worden geënt :
vanaf 31 oktober 2002 en 31 december 2002. Wat waren die maatregelen?
a. Afschaffing van de Chabert route (april 2001). Deze werd bij de andere
CIV routes gevoegd die tijdens de week nog tot in 2001 werd gevlogen over het
Noorden van Brussel.
b. Uitbreiding van de ‘Grand Tour du Brabant’ (april 2001) voor alle zware
toestellen met bestemming HUL en CIV. Hierdoor nam het aantal nachtvertrekken op
baan 25R toe van ongeveer 50% naar 75% in de maanden mei tot december 2001 en
naar 71% in januari – juni 2002?
c. Herformuleringen van de dagroutes naar CIV zodat deze uiteindelijk die
in de Noordrand terecht kwamen. Dag. Nacht. Tijdens de week. In het weekend.
2.
In die zin en met dit als uitgangspunt is het dus onvermijdelijk dat bij een
herverdeling (spreiding) in vergelijking met een concentratiejaar (concentratie
op Zone 1 en de Noordrand) er terug meer hinder terecht komt op andere zones, in
dit geval Zone 3 waar Awaccs actie voert. Men vergeet echter wel te vermelden
dat die Zone 3 ook vandaag nog ver beneden de belasting zit van voor Durant
(1999). Toen steeg ongeveer 50% van de nachtvertrekken op van op baan 20. De
Grand Tour du Brabant werd slechts 50 maal per jaar werd gebruikt. In 2007 is
de werkelijke situatie voor de Noordrand opnieuw dramatisch, hoe men het ook
bekijkt. Tijdens de eerste twee maanden: januari en februari 2007
vertrok respectievelijk 21.2% en 16.9% van de nachtvertrekken over Zone 3.
Zone 1 kreeg 's nachts respectievelijk 65.2% en 65.8% van de vluchten. Deze
verschillen in het baangebruik tussen de 20 en de 25R zijn - zeker gezien de
vergelijkbare orďentatie tov de overheersende ZW wind - op geen enkele
vliegtechnische reden gebaseerd. Ze zijn enkel het gevolg van de nu al
decennia volgehouden zuiver politieke wil om de inwoners van Zone 1 en
de Noordrand te discrimineren.
3.
De communicatie van Awaccs is in de tweede plaats misleidend omdat in tabelvorm
aantallen worden vergeleken van zgn ‘hinderlijke vluchten’ (vluchten met een
Lamax > 70 dB). Deze worden gemeten op een aantal locaties die helemaal niet met
mekaar te vergelijken zijn, de ene liggen vlakbij de luchthaven en zelfs in de
as van een start of landingsbaan (zone 3). De anderen liggen ten noorden
en opzij van de luchthaven en kilometers ver van elke baan! Waar blijven de
logica en de objectiviteit - die de basis zouden moeten zijn voor elke
vergelijking - als men een meetpunt op 14 km van de luchthaven en ver van de as
van elke baan en dat daardoor minder lawaaierige vluchten telt vergelijkt met
een meetpunt in de as van en op 4 km van die baan? Bovendien worden de cijfers
van 2002 ‘geflatteerd’ (voor Koningsloo en Grimbergen bvb) omdat toen een aantal
zeer lawaaierige toestellen (waaronder de beruchte B 727) nog in omloop waren,
vliegtuigen die sindsdien ’s nachts niet meer mogen worden gebruikt