Boreas Persbericht 11 augustus 2005
3201 inwoners Noordrand gaan in Hoger Beroep
Zoals verwacht heeft de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel bij bevelschrift dd 11/08/05 de vordering van 3201 inwoners uit de Noordrand afgewezen. De eisers vroegen stopzetting van de steeds toenemende schending ingevolge de concentratie van dag- en nachtvluchten boven hun hoofden van hun recht op gezondheid, op een gezond leefmilieu, op genot van de gezinswoning en op privacy.
De voorzitter oordeelde met name dat een individuele vergelijking van de individuele toestand van elke omwonende rond de luchthaven in een kort geding procedure niet mogelijk is (sic!) en dat bij gebrek aan bewijs dat de omwonenden zich in gelijke omstandigheden bevinden, de rechter niet zonder meer kan opleggen dat alle inwoners rond de luchthaven gelijk moeten behandeld worden. Het is de eerste keer dat dergelijke bewijslast wordt opgelegd door een rechter in een procedure aangaande de luchthaven.
De betrokken inwoners zijn er evenwel overtuigd dat dit bewijs zeer gemakkelijk kan geleverd worden, betreuren dat hen die mogelijkheid niet werd gegeven door de voorzitter in eerste aanleg en nemen zich voor om dit - voor de hand liggende - bewijs dan maar te leveren aan het Hof van Beroep te Brussel.
In tegenstelling tot de talrijke andere arresten die in dit complexe dossier werden geveld (zowel door het Hof van Beroep van Brussel als door de Raad van State) houdt deze beschikking in eerste aanleg géén rekening met het fundamentele recht van de betrokken inwoners op gezondheid, op een gezond leefmilieu, op genot van de gezinswoning en op privacy. Deze grondrechten, die de basis uitmaakten van de vordering van de betrokkenen, worden in de gewezen beschikking niet één keer vermeld.
Uit de uitspraak zou men daarom kunnen afleiden dat de grondwettelijke rechten voortaan uitsluitend op basis van technische elementen opzij geschoven zouden kunnen worden. Daarmee is deze beschikking in tegenspraak met alle andere gerechtelijke uitspraken die ooit in dit dossier gedaan werden, waaronder de meest recente arresten van de Raad van State. Deze laatste stelt met name dat het gelijkmaken van de uitrusting van de start- en landingsbanen een verantwoordelijkheid is van de uitbater en geen reden kan zijn tot discriminatie of tot schending van de fundamentele gezondheidsrechten van de omwonenden.
De betrokkenen nemen zich voor om het Hof van Beroep te verzoeken om wel degelijk rekening te houden met de bovenvermelde fundamentele mensenrechten, op dezelfde (en dus gelijke!) manier als dit gebeurde voor de omwonenden van de luchthaven in andere procedures.