Landuyt doet geen enkele moeite interesse in Zaventemdebat te verbergen draait deskundig rond de pot, hoewel hij zegt dat men nog altijd rond spreiding discussieert. VanBiesen (VLD Kraainem!)  valt spreiding (onderdeel regeerakkoord) openlijk af en wil terug naar voor 1999

Verslag Kamercommissie infrastructuur blokkering spreidingsoverleg.


12.12.2005

10 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Mobiliteit over "het historisch baangebruik op de luchthaven van Zaventem" (nr. 9303)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "de onderhandelingen met de gewesten over de spreiding van de geluidshinder rond de luchthaven van
Zaventem" (nr. 9397)

10.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wens opnieuw een vraag te stellen over de problematiek van de terugkeer naar het historisch baangebruik van 1999.
De voorbije weken hebt u herhaaldelijk in de pers verklaard dat een terugkeer naar het baangebruik van 1999 of een terugkeer naar het historisch baangebruik juridisch niet mogelijk is. U spreekt terecht over "baangebruik" en niet over vliegroutes, omdat het inderdaad twee verschillende zaken zijn.
Mijnheer de minister, ik begrijp absoluut niet met welke juridische argumenten u uw uitspraken staaft. Het historisch baangebruik is nooit voor een rechtbank aangeklaagd. Bijgevolg is er nooit enige gerechtelijke uitspraak geweest die het historisch baangebruik verbiedt, noch op weekdagen, noch in de weekends, anders gezegd noch tijdens de piekuren en noch tijdens de daluren. Bovendien lijkt het juridisch zo goed als onmogelijk om het historisch baangebruik thans nog aan te klagen. Er is geen enkele rechter die een situatie die 40 jaar lang heeft bestaan en nooit het voorwerp is geweest van een rechtszaak, plots gaat verbieden.

Niet alleen is een terugkeer naar het historisch baangebruik de enige oplossing die door de meerderheid van de bevolking wordt aanvaard, maar ook de enige die de juridische zekerheid geeft waar we reeds twee jaar naar op zoek zijn.
Mijnheer de minister, graag verneem ik de juridische argumenten waarop u zich baseert om te beweren dat een terugkeer naar het historisch baangebruik onmogelijk is.

10.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang):
Mijnheer de minister, recent hebt u verklaard dat er wellicht helemaal geen oplossing meer komt voor het probleem van de spreiding van de hinder tot 2008. Het is echt onbegrijpelijk dat het tot dan moet worden uitgesteld. Dat wil zeggen dat we tot 2008 wellicht geconfronteerd zullen zijn met processen, moeilijkheden en onzekerheden allerhande. Dat is een immense verspilling aan energie en middelen, terwijl een redelijke oplossing die gebaseerd is op een billijke spreiding van de lasten, toch mogelijk moet zijn.
Ik wil hieraan nog de volgende bedenkingen toevoegen. We hebben de indruk dat u in heel het dossier op een ongelooflijke manier aan het aanmodderen bent. U schuift uw verantwoordelijkheid volledig af op de Gewesten.
Lange tijd hebt u geprobeerd een oplossing te zoeken. Thans vindt u dat de Gewesten er zelf maar moeten uitgeraken; desnoods in 2008. U lijkt niet meer van plan nog een regeling te vinden. U hebt er het bijltje bij neergelegd. Zo komt de zaak althans bij ons en bij steeds meer mensen over.
Ten tweede, ben ik verwonderd over hetgeen zonet is gezegd. We stellen vast dat de spreiding in het regeerakkoord is ingeschreven. Het regeerakkoord werd gedragen door de partijen die hier aanwezig zijn, de sp.a en de partij van de heer Van Biesen, de VLD.

Thans blijkt dat een vertegenwoordiger van een meerderheidspartij het akkoord en het principe van de spreiding op de helling zet.
Ik had graag geweten of die sprak namens zijn hele partij, dan wel namens de streek of louter namens zichzelf.

Ook dat brengt ons echter geen stap dichterbij.
Wanneer we het voorgestelde baangebruik - dus alles terug zoals voor 1999 - combineren met de Brusselse geluidsnormen, die in 1999 werden ingevoerd ­ ik zie u lachen, mijnheer Van Biesen ­ , dan komen we tot een totale concentratie van alle vluchten niet boven Brussel, maar boven de Noordrand. Sinds 1999 zijn die fameuze normen ingevoerd, waardoor alles geleidelijk door mevrouw Durant richting Noordrand werd afgewimpeld en afgevoerd. Dergelijk concentratiebeleid zit er dus aan te komen, zowel overdag als 's nachts, als men daarnaar terug zou keren.

Het is bovendien volkomen verkeerd om het oude baangebruik voor te stellen als legitiem, want dat zou betekenen dat de ene groep die in het verlengde van een van de startbanen is gaan wonen, helemaal gevrijwaard zou worden, en de andere helemaal niet. Ook inzake het gebruik van startbanen en niet enkel de vluchtroutes, is de billijke spreiding noodzakelijk en elementair.
Daarnaast kan de situatie van vandaag onmogelijk met toen vergeleken worden, want mevrouw Durant heeft de doos van Pandora geopend en de gevoeligheden zijn nu aan alle zijden totaal. Terwijl er vroeger een grote onverschilligheid leefde bij veel inwoners, is er nu een zeer groot engagement, zodat men niet tot die situatie terug kan keren. Ik kom bij mijn vragen.
Ten eerste, waarop baseert de minister zich om te stellen dat een oplossing uitblijft tot 2008? Wie blokkeert momenteel de totstandkoming van een akkoord en waarom?

Ten tweede, welke diensten onderhandelen er momenteel? Waarop slaan de onderhandelingen en wat zijn de vorderingen? Op een vraag van collega Van Hauthem in de Senaat heeft u geantwoord dat er momenteel nog altijd bepaalde onderhandelingen lopen. Daarover kreeg ik graag wat meer uitleg.

Ten derde, hoever staat het met de onderzoeken naar het gebruik van baan 25L? Ook dat was bezig, had u gesignaleerd. Impliceert een regelmatig gebruik noodzakelijk een verlenging of niet? Waar staat het met het onderzoek terzake?
Ten vierde, heeft Brussel de dreiging met het gebruik van dwangsommen intussen laten vallen of niet? Hoe zit het daarmee?
Ten vijfde, waarop is het cijfer van 18.000 nachtvluchten of een vermindering van 25.000 naar 18.000 gebaseerd? Hoeveel vluchten wil DHL jaarlijks overhouden na 2008? Komen er maatschappijen in de plaats? Zijn er mogelijkheden om een aantal lijnvluchten en charters te verschuiven naar de daguren? Werd dat onderzocht? Tegen wanneer is dat mogelijk?
Tegen wanneer kunnen die verschuivingen plaatsvinden? Is het cijfer 18.000 absoluut of kan men nog lager gaan? Waarom juist 18.000?
Waarop is dat gebaseerd?

10.03 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen globaal en des te duidelijker te antwoorden.
Ten eerste, wat mij betreft: hoe vlugger een akkoord kan worden bereikt, hoe liever. Echter, naar mijn inschatting ­ aangezien ik al een eind met het dossier bezig ben, kan ik een inschatting maken ­ zal een en ander automatisch makkelijker worden in 2008. Op dat moment zal er immers automatisch sprake zijn van een
capaciteitsbeperking of, in ieder geval, van een beperking van de nachtvluchten en het nachtlawaai, met name de zogezegde 18.000 vluchten per jaar.

Waarop is dat getal van 18.000 vluchten gebaseerd? Dat getal is gebaseerd op een hele dikke studie van de luchthavenuitbater, in samenspraak en in discussie met de Gewesten.
Uit de studie ontstond het aanvoelen en de overtuiging dat een hoeveelheid van 18.000 nachtvluchten een realistische en heel nuttige beperking is van het aantal nachtvluchten.
Over het akkoord heb ik gezegd: wat mij betreft, hoe vlugger, hoe liever. Laat daarover in ieder geval geen misverstand bestaan: het akkoord is noodzakelijk, niet alleen uit federale overtuiging, maar ook omdat hier effectief ieders bevoegdheden moeten samenspelen. Het gaat met name om de bevoegdheid rond de exploitatie
van de luchthaven, die een Vlaamse bevoegdheid is, en om de bevoegdheid inzake ruimtelijke ordening, die een gewestelijke bevoegdheid is en in haar specifieke vorm niet alleen Vlaanderen maar ook Brussel aanbelangt, eenmaal er ook geluidsnormen zullen zijn die overeenstemmen met een akkoord. Het gaat om geluidsnormen die, in tegenstelling tot vandaag, toelaten dat er wordt gevlogen zoals dient te worden gevlogen.
Iedereen kan elk op zijn terrein dus stoer doen, maar uiteindelijk moet toch overeenstemming worden gevonden om de situatie volledig te doen functioneren.

Mijn inschatting blijft echter dat in 2008 een en ander veel gemakkelijker zal zijn. De situatie zal immers minder moeilijk zijn dan vandaag. We doen niettemin ons best.
Ten tweede, waar durf ik de stelling te halen dat niet meer kan worden teruggekeerd naar de toestand vóór 1999? Dat heeft niet eens te maken met procedures of banen. De jurisprudentie in de materie is echter al sterk ontwikkeld. De jurisprudentie in de materie steunt op artikel 23 van de Grondwet, dat vertrekt van het recht van het individu op een gezonde leefomgeving. Dat recht werd in de problematiek niet voort uitgevoerd op het vlak van wetgeving. Daarom hebben wij wetgevende initiatieven genomen. Zij werden echter op vandaag niet voort uitgevoerd.
Bij de initiatieven zijn bepaalde, ook inhoudelijke, jurisprudentiële regels mogelijk.

Als men de Grondwet toepast, is een van de evidente regels de stand still, in combinatie met de verworven rechten. Welnu, sedert 1999, al meerdere jaren dus, hebben er mensen het verworven recht van stiltemomenten, dat zij vóór 1999 niet hadden.
Teruggaan naar de periode vóór 1999 is volgens de jurisprudentie even onmogelijk als iedere andere wijziging. Een wijziging is mogelijk als men zich richt naar de voorwaarden van de jurisprudentie en als men op een degelijke manier zijn beslissing opbouwt. Ook beslissen om zomaar terug te keren naar de periode vóór 1999 kan niet meer, omdat men niet meer voldoet aan de jurisprudentiële regels. Dat is de juridisch correcte stelling.

Wat de politieke situatie betreft stelt niemand, zelfs niet de rechtbanken, het principe van de spreiding in vraag. Dat is vandaag de realiteit.
Iedereen redeneert vandaag in termen van spreiding. Ook in de discussie was dit nooit het probleem. Men discussieert over de spreiding. Ook ik werk in de federale regering binnen een globaal akkoord, het spreidingsplan ­ dat is het politieke akkoord ­, met wijzigingen en één fundamentele wijziging in maart of april, na het begin van de jurisprudentie. Sindsdien is er, wat het politieke akkoord betreft, geen enkele twijfel mogelijk. In de federale regering hanteert men nog altijd dezelfde logica. Ik herhaal dat én in de onderhandelingen én in de jurisprudentie het principe van de spreiding voortdurend wordt toegepast, nooit in vraag wordt gesteld.
Wat is de huidige, concrete stand van de onderhandelingen? Wij zijn een akkoord aan het bewerkstelligen over de manier waarop wij op een objectieve en voor iedereen aanvaardbare wijze een impactstudie kunnen maken rond het gebruik van de baan 25L, zodat wij een struikelblok voor een globaal akkoord kunnen wegnemen, door te objectiveren.
Ondertussen is er inzake dwangsommen niets veranderd.

10.04 Luk Van Biesen (VLD): Ik heb uw antwoord gehoord. Wat de juridische argumenten betreft, u veronderstelt dat er juridische problemen zouden kunnen zijn wanneer men terugkeert, aangezien er nooit een juridische uitspraak geweest is vóór 1999. U hebt geen opsomming gegeven van de juridische arresten.

10.05 Minister Renaat Landuyt: U hebt niet geluisterd.

10.06 Luk Van Biesen (VLD): Ik heb wel geluisterd.

10.07 Minister Renaat Landuyt: Ik vind dat u correct moet zijn. Ik zal proberen het nog beter uit te leggen.
De uitspraken op zich spreken elkaar tegen, maar de redeneringen spreken elkaar niet tegen. Hoe komt dat? Aan iedere rechtbank wordt voorgelegd, in het kader van artikel 23, dat men op een bepaalde plaats woont waar vliegtuigen overkomen, wat een invloed heeft op de gezondheid en op de leefomgeving. Dat is beschermd door de Grondwet. Op iedere rechtbank weet men dat zulks in de Grondwet staat, dat er inderdaad vliegtuigen zijn; ze zien echter niet - en dat is het punt - hoe de beslisser zijn redenering heeft opgebouwd. Heeft hij wel met alles rekening gehouden? Wij zeggen dan dat wij uiteraard met alles rekening hebben gehouden en leggen vervolgens de elementen voor. Iedere beslissing was immers een grondige beslissing.
Dat kunnen we allemaal bewijzen. Vervolgens zegt men dan dat er geen zekerheid is dat we alle beslissingen in dat dossier op dezelfde wijze hebben genomen en dat deze beslissing dus voorlopig wordt verboden. Dat zeggen ze ook ten opzichte van een persoon die aan een heel andere kant van de luchthaven woont. Het is
dezelfde redenering, maar met het gevolg dat ze elkaar tegenspreken omdat dan na een tijdje alles verboden is, ook wat vroeger bestond. Zomaar zeggen vanuit de huidige situatie dat we gaan terugkeren naar de situatie van voor 1999 gaat niet op. Men moet immers de beslissing nemen rekening houdend met de huidige situatie van de persoon die dit aanklaagt. Dat is het punt. Ik weet dat het juridisch is, maar er zijn hier toch juristen die dit beter zouden moeten kunnen uitleggen dan ik. Ik kan de rechtspraak niet veranderen.

10.08 Luk Van Biesen (VLD): Ik wil daarover niet polemiseren. Ik ben uiteraard geen jurist en ik heb er geen problemen mee om dat toe te geven.

10.09 Minister Renaat Landuyt: U moet het niet zo opnemen. Misschien moet u blij zijn dat u geen jurist bent.

10.10 Luk Van Biesen (VLD): Aan de andere kant kan ik u wel zeggen dat u geen enkel arrest of element kunt aanhalen van voor 1999 dat enige uitspraak zou hebben gedaan over dat historisch baangebruik. Met andere woorden, u stelt dat er problemen zouden kunnen zijn met het spreidingsplan, dat vandaag nog altijd in het politiek akkoord van de meerderheid staat. U zegt dat niemand daaraan twijfelt. Welnu, eerlijk gezegd, steeds meer mensen, ook van de meerderheidspartijen, beginnen te twijfelen aan de nuttigheidsgraad van het spreidingsplan dat u vandaag voorlegt. Ik weet dat blijkbaar de lobby van de noordrand en anderen in deze
aangelegenheid blijven spelen. Ik wil dat spelletje overstijgen en duidelijk zeggen dat het getalm dat wij thans meemaken, wat overigens niet alleen aan u te wijten is, zeer zwaar op onze regio Kraainem weegt.

De voorzitter: De oostrand.
10.11 Luk Van Biesen (VLD): Ik ben daar geboren en getogen.

10.12 Minister Renaat Landuyt: Het siert u dat u vecht voor uw streek, maar mijn lot is dat ik voor alle streken moet zorgen.

10.13 Luk Van Biesen (VLD): Wij hebben er geen enkel probleem mee om terug te gaan, daar wij altijd al het verkeer van landingsbaan 02 gekregen hebben bij ons. Het gaat er zeker niet om dat wij minder last willen, wel dat wij eerlijkheid willen op dat vlak. Wat wij vandaag meemaken is onaanvaardbaar voor onze regio. Het werkt verlammend voor onze hele luchthaven. Vorige week nog had ik een gesprek met de leider van de kamer van koophandel, omtrent de luchthaven.
Ook daar zegt men dat hoe langer er geen akkoord is, hoe slechter het is want de investeerders haken af omwille van het feit dat er in dit land over dergelijke aangelegenheden geen akkoorden meer mogelijk zijn.
De voorzitter: Bedankt. Het woord is aan de heer Laeremans, uit Grimbergen, of was het Beigem?

10.14 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Niet uit Beigem. Dat is mijn broer.
Ik zal op het laatste inhaken. Het is juist: er moet een akkoord komen. Zolang die onzekerheid blijft bestaan, zal een aantal mensen niet investeren en zal er een aantal onzekerheden blijven, zowel voor de werknemers als voor de omwonenden. Er zou dus het beste inderdaad snel een akkoord komen.

Ten eerste, waar zit de zaak geblokkeerd? Zoals ik het vaststel ­ en ik hoop dat u het ook zo vaststelt, collega Van Biezen ­ zit het in Brussel geblokkeerd, waar mevrouw Huytebroeck een zeer extreme houding aanneemt, die erop neerkomt dat er bijna niets over Brussel mag vliegen, of niets méér dan nu het geval is, terwijl
Brussel op dit moment zeer sterk bevoordeeld wordt. Ik heb moeten vaststellen dat zij enkel een beetje wordt tegengesproken door de Vlaamse partijen in Brussel wanneer het gaat over de dwangsommen. Daarover hebben zij gezegd "dat zij op dat vlak nu even haar damp moet inhouden". Maar voor de rest, inhoudelijk, is zij
nooit tegengesproken en hebben de drie Vlaamse meerderheidspartijen in Brussel ­ VLD, CD&V en sp.a. ­ op geen enkel moment durven zeggen dat mevrouw Huytebroeck een egoïstische houding aanneemt. Zij zijn haar altijd inhoudelijk bijgetreden. En dat betreur ik ten zeerste.

Het probleem zit in Brussel. Het is Brussel dat niet een behoorlijk deel van de lasten op zich wil nemen, en dat niet solidair wil zijn met de rest van de gemeenten rond de luchthaven. Daar zit de kern. Uw partijen, collega Van Biezen en mijnheer de minister, zijn daar in elk geval bij betrokken.

Ten tweede, wat 2008 betreft, vind ik het een gemakkelijkheidoplossing het zoveel mogelijk naar dat moment op te schuiven, vooral omdat er geen enkele zekerheid is dat er dan wel een akkoord komt. Het aantal vluchten daalt niet spectaculair. Op dit moment zijn het er in de praktijk zo'n 23.000. Dan gaan wij naar 18.000.
Dat zijn er 5.000 minder op dat moment, als het een beetje meezit. Maar het probleem is daarmee zeker niet van de baan.

De minister zegt nu dat er een studie is waarop alles gebaseerd is. Ik heb die studie niet gezien. Ik had die graag ontvangen. Ik hoop, mijnheer de voorzitter, dat wij geen maanden moeten wachten
­ als dat via deze commissie gevraagd wordt ­ om die studie te ontvangen. Ik hoop, mijnheer de minister, dat u of uw medewerkster kunt noteren dat ik die studie graag zou hebben.

U knikt neen. Heb ik geen recht op die studie? U bent aan het telefoneren. Ik zal nog even wachten, mijnheer de minister.

10.15 Minister Renaat Landuyt: Het is slechts mijn voicemail.

10.16 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Uw voicemail interesseert mij niet. Als het uw voicemail is, is het een kwestie van verschrikkelijke onbeleefdheid om tijdens een vraagstelling in het Parlement te luisteren naar de voicemail van uw antwoordapparaat. Dat heb ik nu nog nooit geweten.

10.17 Minister Renaat Landuyt: Mijn zoontje belt om te zeggen dat hij niet zeker is of zijn examen Latijn heel goed is gegaan. (Gelach)

10.18 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het zal dus maar half goed zijn gegaan? Ik neem er in elk geval ­ mag dat in het verslag, mijnheer de voorzitter ­ nota van. Het is letterlijk gezegd dus het moet ook in het verslag. Ik vind het toch wel nuttig dat dit in het verslag komt.

Mijnheer de minister, ik wil om te beginnen vragen dat die studie inzake die 18.000 vluchten ter beschikking wordt gesteld van het Parlement. Dat zijn geen staatsgeheimen. Daar zou nog eens een woordje over gezegd kunnen worden of een debat over gevoerd kunnen worden. Mij heeft het trouwens altijd vrij arbitrair geleken waarom er precies 18.000 zouden zijn.

Ik zal u een voorbeeld geven in verband met de charters. In het verleden is duidelijk gebleken dat een vrij groot deel van de nachtelijke charters aankomt tussen 23 uur en 0 uur 's nachts en dat een vrij groot deel opstijgt tussen 5 uur en 6 uur 's morgens. Met een beetje goede wil en een beetje verschuiven, op enkele jaren tijd desnoods, zou men een aanzienlijk deel van die charters naar de daguren kunnen verplaatsen. Dan kan men die 18.000 misschien nog een stuk lager krijgen.
Daarom zou ik graag die studie hebben, zodat wij daar later nog een debat over kunnen hebben.
In ieder geval, uw droom, te zeggen dat in 2008 alles is opgelost omdat wij dan van 23.000 naar 18.000 vluchten gaan, vind ik heel kortzichtig geredeneerd.

Ik weet dat er tegen 2008 wel iets anders verwacht kan worden. Ik heb natuurlijk geen kristallen bol, maar tegen dan zal u wellicht geen minister van Verkeerswezen en Infrastructuur meer zijn. Dan is het natuurlijk gemakkelijk om te zeggen dat het dan aan een ander is om het probleem op te lossen.

10.19 Minister Renaat Landuyt: Hebt u het niet door?

10.20 Bart Laeremans (Vlaams Belang):
Waarschijnlijk zijn er heel veel andere eerbare motieven om te spreken van 2008.

10.21 Minister Renaat Landuyt: U kunt de garantie hebben dat ik minister blijf, want niemand wil het dossier. Ik neem het dus mee tot na 2007.
Dan zal men zeker mij nog aanstellen.

10.22 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Tenzij uw partij niet meer in de regering zit. Dat zou wel eens kunnen. De sp.a zit 18 jaar in de regering.
Het kan zijn dat de bevolking zegt dat het tijd is voor een andere partij.
Mevrouw Durant is de geschiedenis ingegaan als de vrouw die de doos van Pandora heeft opengezet. De heer Anciaux is de geschiedenis ingegaan als de man van het spreidingsplan, het gedeeltelijke spreidingsplan. U kan tot nu toe alleen de geschiedenis ingaan als de man van het blussen van de brandjes, van de pompiers. Na elk probleem herschikt u een beetje en past u wat aan. U hebt tot nu toe nog steeds niets fundamenteels kunnen doen.
Als u zo blijft voortdoen en alles voor u blijft uitschuiven tot 2008, dan zal u niet als een groot minister in verband met het dossier de geschiedenis ingaan.

10.23 Minister Renaat Landuyt: Ik begin te geloven dat u ooit zal zeggen dat ik iets goed gedaan heb.

10.24 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Tot nu toe hebben wij nog niet veel goeds van u gezien.

10.25 Minister Renaat Landuyt: U kunt dat karakterieel niet. Ik heb u nog nooit horen zeggen dat iets goed was. Ik weet niet hoe u dat doet in uw fractie. U kan echter niet positief zijn.

10.26 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Over uw beleid kan ik dat tot nu toe niet, dat is heel juist.

10.27 Minister Renaat Landuyt: U behoort tot die harde kern van vroeger, tot de Vlaamse strijders die elke keer als ze een strijd wonnen zeiden wat ze niet gewonnen hadden.

10.28 Bart Laeremans (Vlaams Belang):
Mijnheer de minister, bij u heeft nog niemand iets gewonnen. Bij u is de miserie alleen maar groter geworden.
De voorzitter: Het was alleszins een merkwaardig debat tijdens hetwelke wij enerzijds vernamen dat de zoon van minister problemen had met zijn examen Latijn en dat de heer Laeremans ons anderzijds kwam vertellen dat mevrouw Huytebroeck haar damp moest inhouden, wat toch ook een vrij merkwaardige manier is om het een en ander aan te kondigen.

Het incident is gesloten.

Mondelinge vraag in commissie aan dhr. L. Landuyt in verband met de onderhandelingen met de gewesten over de spreiding van de hinder rond de luchthaven van Zaventem

9 december 2005

Gelet op de vragen van Mevr. Nagy en dhr. Van Biesen

De minister heeft recent verklaard dat er mogelijk helemaal geen oplossing komt voor de spreiding van de hinder tot in 2008. Dat wil zeggen dat we wellicht tot op dat moment geconfronteerd zullen zijn met processen allerhande. Een immense verspilling aan energie en middelen, terwijl een redelijke oplossing, gebaseerd op een billijke spreiding van de lasten toch mogelijk moet zijn.

Graag had ik een antwoord van de minister op volgende vragen:

1. Waarop baseert hij zich om te stellen dat een oplossing uitblijft tot 2008? Wie blokkeert momenteel de totstandkoming van een akkoord en waarom?

2. Wie/welke diensten onderhandelen er momenteel? Waarop slaan deze onderhandelingen en wat zijn de vorderingen?

3. Hoever staat het met de onderzoeken naar het gebruik van de baan 25L? Impliceert een regelmatiger gebruik noodzakelijk een verlenging?

4. Heeft Brussel de dreiging van het gebruik van dwangsommen intussen laten vallen?

5. Waarop is het cijfer van 18.000 gebaseerd? Hoeveel vluchten wil DHL jaarlijks overhouden na 2008? Zijn er maatschappijen die in de plaats komen?
Zijn er mogelijkheden om een aantal lijnvluchten en charters te verschuiven naar de daguren? Werd dit onderzocht? Tegen wanneer is dit mogelijk?