Verslag  kamerdebat 12/6/2006 over het spreidingsplan (en de evt vernietiging ervan door de Raad van State).
 

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit over "de opstijgroutes vanaf baan 07"

(nr. 11916)

- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de mogelijke vernietiging van

het spreidingsplan" (nr. 11998)

- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Mobiliteit over "een samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en de Gewesten over het spreidingsplan voor het luchtverkeer en de geluidshinder in Waals-Brabant" (nr. 11999)

- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "het nakende arrest van de Raad van State in verband met het spreidingsplan en de studie omtrent de baan 25L" (nr. 12007)

 

02.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le ministre, nous savons tous que vous éprouvez quelques difficultés à traiter avec les riverains ou simplement à les écouter.

Cependant, certaines de leurs associations avancent des propositions constructives qui mériteraient que vous vous y attardiez. L'exemple que je vais vous donner est celui de la route de décollage à partir de la piste 07. Cette suggestion ne remet pas en cause la viabilité de l'aéroport, n'implique pas le survol de Bruxelles ou celui du Noordrand. Bref, c'est une proposition constructive. Elle émane des  ssociations de l'est de l'aéroport et compte avec le soutien des groupes de riverains, des communes  lamandes et wallonnes autour de la balise d'Huldenberg.

La proposition consiste à faire monter les avions jusqu'à 4.000 pieds – au lieu de 1.700 pieds actuellement – avant Louvain en direction de la balise d'Huldenberg, pour virer ensuite à droite pour les destinations du sud-est vers la balise de destination (Olne, Sprimont, Diekirch, Rousy et Gouvy) et à gauche pour les destinations au nord, ouest et sud-ouest (balise de Chièvres). Selon les spécialistes consultés, cette solution ne pose pas de difficultés techniques: une route similaire a même déjà été  publiée en son temps par Belgocontrol.

 

En revanche, elle permet de ne pas survoler Louvain, elle permet à tous les avions d'atteindre l'altitude minimale de 6.000 pieds au-dessus de la zone de Beauvechain et d'effectuer un virage à haute altitude, ce qui diminue sensiblement le bruit pour les habitants survolés.

Cette adaptation de la procédure permettrait de satisfaire les riverains de Herent, de Bertem, d'Oud-Heverlee mais aussi de diminuer légèrement la multiconcentration autour de la balise d'Huldenberg qui rassemble près de 50% des décollages de Zaventem, quelle que soit la piste utilisée. Cet état de  fait conduit d'ailleurs certaines communes autour de cette balise à avoir des niveaux moyens de bruit égaux voire supérieurs à ceux de Meise ou de Grimbergen, pourtant beaucoup plus proches de  l'aéroport et avec des fréquences de survol de loin supérieures.

Et votre fameux plan de dispersion n'a pas amélioré la chose.

En conclusion, monsieur le ministre, qu'attendez vous  dans ce cas précis des décollages en 07 pour accéder à la demande des riverains, à savoir un virage à 4.000 pieds, à droite pour les destinations du  sud-est vers la balise de destination (Olne, Sprimont, Diekirch, Rousy et Gouvy) et un virage à gauche  pour les destinations au nord, ouest et sud-ouest (balise de Chièvres).

Je vous remercie, d'ores et déjà, monsieur le ministre, pour la réponse que vous voudrez bien apporter à ma question.

 

02.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in 2004 werd door een aantal bewoners van de Oostrand een procedure ingeleid bij de Raad van State tegen het spreidingsplan. Midden vorig jaar reeds adviseerde de auditeur de vernietiging van het plan.

Midden deze maand mogen we de slotpleidooien verwachten en blijkens een aantal berichten zou een vernietiging van het spreidingsplan-Anciaux een reële piste zijn. Ook u houdt daarmee rekening, zo verklaarde u tenminste. Er zou reeds overleg hebben plaatsgevonden binnen het kernkabinet.

We kunnen moeilijk ingaan op een uitspraak die nog niet definitief is maar ik zou u toch alvast willen vragen of u klaar bent voor het moment waarop het spreidingsplan definitief wordt geschorst. Welke zijn de mogelijke scenario’s die u dan zult voorleggen?

 

02.03 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, une réunion s'est tenue le 15 mai dernier en votre cabinet, dont la presse s'est fait l'écho et relative aux nuisances sonores engendrées par les avions à destination ou en provenance de l'aéroport de Zaventem.

Les Régions bruxelloise et flamande ont été conviées à cette réunion et y ont assisté. Or, les nuisances sonores engendrées par les activités de l'aéroport de Zaventem sont également subies en Région wallonne, plus particulièrement par les habitants du Brabant wallon depuis l'adoption du plan du ministre Anciaux par le gouvernement fédéral.

A cet égard, la Région wallonne est intervenue lors du comité de concertation du 19 avril dernier qui examinait votre avant-projet de loi relatif aux procédures de vol. La Région wallonne, par l'intervention de son ministre des Transports, vous a fait part de ses critiques face à la disposition finale de l'avant-projet de loi qui risquait d'aboutir si aucun accord sur le sujet n'était trouvé dans les délais requis au bétonnage de l'actuel plan de dispersion. In fine, face à l'opposition générale des Régions à l'égard de cette disposition, un accord a été obtenu, précisant que l'entrée en vigueur de la loi sera fixée par arrêté royal délibéré en Conseil des ministres après accord des Régions.

Cette entrée en vigueur ne pourra en tout état de cause intervenir que lorsqu'un accord de coopération aura pu être signé concernant la gestion du bruit autour de l'aéroport de Zaventem, comme le sollicitaient les Régions.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me confirmer que l'accord de coopération actuellement en discussion dans la perspective de l'adoption du projet de loi sur les procédures de vol associera bien l'État fédéral et les trois Régions, notamment les régions limitrophes et donc celle de la Région wallonne? Dans quelles circonstances, la Région, compte tenu des répartitions de compétences entre l'État fédéral et les Régions, sera-t-elle concertée et associée lorsqu'il s'agit de l'aéroport de Zaventem?

 

02.04 Bart Laeremans (Vlaams Belang):

Mijnheer de voorzitter, de heer Van den Bergh vreest voor een nieuw Durant-scenario. Het probleem is dat bedoeld scenario zich al bijna opnieuw heeft voltrokken.

Wij zouden bijna met heimwee terugdenken aan de Durant-periode. Toen hoorden wij weliswaar veel hardere en veel krassere taal van de minister, maar wij hadden tenminste duidelijkheid over wie we tegenover ons hadden. Zij was de exponent van het Brusselse egoïsme en van de antisolidariteit, wat toch merkwaardig is voor een

groene partij.

De huidige minister wil de schijn wekken dat hij het spreidingsplan zoveel mogelijk wil voortzetten.

In de praktijk werd echter door de vele wijzigingen overgegaan tot steeds meer concentratie.

Sinds 2 mei 2006 werd het fameuze omkeringprincipe afgeschaft. De resultaten zijn er.

De eerste maand is om. ’s Nachts zijn er in de Noordrand nu nog drie nachten met rust, terwijl dat er voorheen dertien nachten waren. Terwijl voor heel 2005 43,8% van de vluchten vanop baan 25R vertrokken, is dat nu plots 64,7%.

Er is dus een enorme toename van de belasting via baan 25R. Wij vrezen dat het binnenkort nog veel erger zal worden, wanneer het spreidingsplan helemaal zal worden afgeschaft.

Ik sluit mij dus aan bij de vraag die werd gesteld.

Werd inderdaad binnen de regering overleg gepleegd over een nieuw scenario? Zou het scenario een aantal alternatieve spreidingsmethodes inhouden of wordt er opnieuw in de richting van concentratie gegaan?

Ik maak van de gelegenheid gebruik om ook het volgende te vragen. U hebt de studie over baan 25L lang geleden al aangekondigd en ze zou nu zeker moeten zijn voltooid: Hoe ver staat het met de studie over baan 25L? Werd ze afgerond? Kan de studie aan de commissieleden worden meegedeeld?

Ten derde, heel opmerkelijk tijdens de hoorzitting van vorige week was dat de BeCa-woordvoerders van de piloten hebben gepleit om beide hoofdbanen ook in de omgekeerde richting te gebruiken, zoals trouwens het voorbije weekend op zondag is gebeurd.

Wat baan 7R betreft, door de ingebruikname van het ILS-landingssysteem werd voornoemde piste opnieuw overwogen. Uw voorganger heeft het er vaker over gehad, maar u hebt er nadien nooit meer over gesproken.

Wat zou de kostprijs daarvan kunnen zijn? Binnen welke tijd zou de baan in gebruik kunnen worden genomen?

 

02.05 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, de verschillende vragen van de collega's hebben één gemeenschappelijk verband: ze gaan over een aspect van het plan voor de vluchten vanuit Zaventem. Voor het overige zijn ze een beetje punctueel. Ik zal dan ook punctuele antwoorden geven, zonder vooruit te lopen op wat in de toekomst nog moet beslist worden.

Pour répondre à la question de Mme Nagy, la proposition relative à l'utilisation de la piste 07 est une des propositions aujourd'hui à l'examen.

Comme pour toute proposition, certains spécialistes confirment sa faisabilité et d'autre l'infirment. En tout cas, la seule chose certaine est que cette proposition vise à plus de dispersion, mais d'un autre côté.

02.06 : (…)

 

02.07 Renaat Landuyt, ministre: Je ne sais pas.

02.08 Brigitte Wiaux (cdH): Vous ne savez pas!

Voilà une bonne réponse.

02.09 Renaat Landuyt, ministre: Certains disent que ce n'est pas compliqué et d'autres affirment le contraire. Je ne suis pas spécialiste.

02.10 Marie Nagy (ECOLO): Voilà qui est exact.

02.11 Renaat Landuyt, ministre: Je n'ai pas la prétention d'être un spécialiste.

 

Le président: La modestie est une qualité également.

 

02.12 Minister Renaat Landuyt: Het is in dit dossier altijd moeilijk om aan het woord te blijven.

Wat de uitspraken van de Raad van State betreft, wordt het uitkijken of de voorbode van het arrest ook deze keer effectief het arrest zal zijn. Als er een arrest is, is dat er een van de zovele waarin we de stand van zaken moeten opmaken en, in het licht van de mogelijkheden ten opzichte van de rechterlijke uitspraken, moeten nagaan waar er aanpassingen moeten gebeuren binnen de politieke situatie.

En ce qui concerne la question de Mme Wiaux, les éléments dont nous discutons dans le cadre d'un accord de coopération sont soumis au comité interministériel au sein duquel le gouvernement wallon est représenté. Il ne bloque pas les discussions et a même marqué son accord sur la procédure que nous suivons. Je n'ai pas eu de demande officielle du gouvernement wallon au comité interministériel pour qu'il soit plus impliqué dans les discussions. Je n'en vois d'ailleurs pas l'utilité.

 

Wat de vraag van collega Laeremans betreft, of er nu 3 nachten ten opzichte van 13 zijn, ik durf dat niet te betwisten. Ik heb de ervaring dat de officiële analyses achteraf altijd anders zijn dan de analyses die wij in de kranten lezen. Binnen de regering is er uiteraard overleg over dit lopende dossier, om iedere keer na te gaan hoe wij, nog beter dan vandaag, kunnen bemiddelen tussen de twee regio’s, om tot een stabiel akkoord te komen.

Wat betreft de studie over de 25L, is de conclusie op dit ogenblik - zonder dat iemand de voortzetting vraagt van de werkzaamheden - dat de 25L niet beter gebruikt kan worden dan ze vandaag gebruikt wordt.

 

Het is inderdaad een leerzaam weekend geweest.

Door de omstandigheden van de wind en door het feit dat de piste 20/02 niet gebruikt kon worden, heeft men omgekeerd gevlogen op de twee lange pistes. Dankzij het mooie weer kon men dit op zicht doen. Ondertussen heeft men ook bewezen dat deze manier van vliegen doenbaar is, weliswaar met veel lawaai voor mensen die in Brussel wonen.

 

02.13 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, j'ai entendu la réponse du ministre à nos questions. Je constate que le ministre ne se prononce pas, qu'il n'annonce aucun résultat d'études qu'il aurait réalisées concernant les avantages des diverses options, en précisant le délai de chacune. Il ne répond pas à la question de savoir comment réduire les nuisances, notamment par une variation de l'altitude des avions et une meilleure localisation des balises.

L'intervention du ministre n'est malheureusement pas assez déterminée et ne démontre aucune réelle attention aux suggestions positives avancées. Il est vrai que nous commençons à en avoir l'habitude.

 

02.14 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het antwoord van de minister was het antwoord dat ik had verwacht, te weten geen antwoord. Ik begrijp dat het moeilijk vooroplopen is op een uitspraak van de Raad van Staten. Wij moeten echter alweer vaststellen dat de minister blijkbaar liever meer uitleg geeft aan journalisten dan hier in het Parlement. Dat betreur ik.

 

02.15 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, il est vrai qu'un accord de coopération a été prévu entre l'État fédéral et les différentes Régions mais, en tant qu'initiateur de cet accord de coopération et auteur du projet de loi relatif aux procédures de vol, il me semble normal que vous preniez les devants dans cette matière. À défaut, cette loi n'entrera jamais en vigueur.

 

02.16 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het antwoord van de minister verbaast mij toch. Hij zegt dat de 25L of de 07R gebruikt zijn om te landen maar dat dit ervoor gezorgd heeft dat er veel lawaai is geweest boven de hoofden van de mensen die in Brussel wonen. Dat is altijd zo, bij een vliegtuig dat landt of stijgt is er altijd enig lawaai, ook met de 02-20 in Sterrebeek, Perk of waar dan ook. Het is wel zo dat er over het algemeen veel minder lawaai is bij een landend vliegtuig dan bij een stijgend vliegtuig. Ik denk dat er nogal wat mensen zouden willen ruilen en dat ze liever eens een weekendje onder de dalers dan onder de stijgers zouden willen zitten. Men zou dat minstens moeten kunnen onderzoeken.

Wat ik niet begrijp, is dat de minister nu plots zegt dat de 25L niet beter te gebruiken is dan nu. Ik zou u willen vragen, mijnheer de minister, waaruit dat blijkt. Is die studie klaar? Daar hebt u niet op geantwoord. Bestaat ze? Als ze bestaat, dan had ik ze graag ingezien. U hebt enkele maanden geleden de opdracht gegeven om die studie uit te voeren. Toen hebt u gezegd dat het een tweetal maanden zou duren, ongeveer tot april zei u toen.

Het is nu juni. Ik vraag u, op basis van mijn inzagerecht als parlementslid, waar die studie is en waar ik ze kan consulteren. Kunt u mij een kopie bezorgen van die studie? Ik hoop dat u daarop kunt antwoorden.

 

02.17 Minister Renaat Landuyt: Ik heb de studie zelf ook nog niet gezien. Ik weet dat er een groep bezig is met die studieopdracht en dat ze tot tussentijdse conclusies gekomen zijn. Ik had echter geen deskundigen nodig om dit te weten, dit wist ik al uit vorige discussies. Voor de rest weet ik niet of er nog enige dynamiek bestaat bij de verschillende aangestelde deskundigen om voldoende opdrachten te krijgen vanuit de onderhandelingen en om te kijken wat ze verder kunnen doen.

 

02.18 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Die studie zal dus misschien nooit gefinaliseerd worden?

 

02.19 Minister Renaat Landuyt: Neen, mijn reactie op wat ik gehoord heb dat er is, is dat ik daarmee niet tevreden ben. Ik wil meer dan dat.

 

02.20 Bart Laeremans (Vlaams Belang): U bent niet tevreden dat ze niet gefinaliseerd wordt?

 

02.21 Minister Renaat Landuyt: Ja, uiteraard. Ik ben ook niet tevreden omdat ze niet op de juiste vragen antwoorden. De vraag is wat er nodig is om de betreffende landingsbaan meer te kunnen gebruiken. Dat was de essentiële vraag. Daarop heb ik van de experts nog geen antwoord gekregen.

 

02.22 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Wij hopen dat u er blijft achter zitten, mijnheer de minister.

 

02.23 Minister Renaat Landuyt: U kent mij, niet?

 

02.24 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ja, maar het gaat soms traagjes.

 

De voorzitter: Het is geen Limburger.

 

Mondelinge vraag in commissie aan dhr. R. Landuyt, Minister van Mobiliteit, over het nakende arrest van de Raad van State i.v.m. het spreidingsplan en de studie omtrent de baan 25 L

 

9 juni 2006

 

Gelet op de vraag van dhr. J. Van den Bergh

 

Eerstdaags wordt een arrest verwacht van de Raad van State inzake het spreidingsplan. Naar verluidt zou de regering hierover deze week vergaderd hebben.

 

1. Is dit zo? Zo ja, wat werd daar besloten?

Aan welke alternatieve spreidingsmethodes wordt gedacht?

 

2. Hoever staat het met de studie omtrent de baan 25L? Werd die intussen afgerond? Kan deze worden meegedeeld aan de commissieleden?