Vlaamse luchthavencommissie/ realistisch toekomstperspectief

Maal 29.11.2005

Geachte Heer Minister Anciaux,

Uit wat Minister Landuyt vandaag in De Tijd verklaart leid ik af dat de Vlaamse Regering voet bij stuk houdt ivm haar rechtmatige eisen tav de verdeling van de hinder tgv de luchthaven van Zaventem. Daarvoor ben ik u uiteraard erg dankbaar: Vlamingen zijn immers geen tweederangsburgers en hebben dezelfde rechten als hun franstalige en/of Brusselse landgenoten.

Niet zonder ergernis echter verneem ik ook de oprichting van de Vlaamse luchthavencommissie (De Standaard van 26 november 2005), niet zozeer owv het feit zelf dan wel owv het eens te meer bewust weren van omwonenden én artsen bij de samenstelling ervan. Daarentegen  zijn de economische actoren overvloedig vertegenwoordigd. Nochtans leert de historiek van de laatste jaren dat het niet zo moeilijk is om de economische activiteit  op Zaventem aan te zwengelen, maar dat het daarentegen aartsmoelijk is om in een  extreem dicht bevolkt gebied (het dichtstbevolkte van West Europa) dat reeds verziekt is door logistiek een verdere verantwoorde expansie van de luchthaven door te voeren zonder op verzet te botsen van de bevolking die zich terecht verdedigt tegen de ernstige aantasting van leefmilieu en gezondheid.

Men zegt wel eens dat een ezel zich geen twee keer stoot aan dezelfde steen. Waren het echter niet grotendeels dezelfde "raadgevers" (BIAC, DHL, vakbonden, Aminal, BIM, etc) die ook geraadpleegd werden bij het opzetten van het rampzalige concentratiescenario over dicht bevolkt gebied zonder daarvan de noodlottige menselijke én politieke consequenties in te schatten? U zal zich ongetwijfeld  herinneren dat het  ons letterlijk maanden gekost heeft alleen al om  een correcte interpretatie af te dwingen van de WGO richtlijn (inmiddels overgenomen door het Grondwettelijk Hof nalv de problematiek van Bierset) tegen de hardnekkige BIAC lobby in die iedereen, de mensen van Aminal inbegrepen, had ingelepeld dat volgens de WGO richtlijn men straffeloos 10 tot 15 x per gemiddelde nacht (!) de maximumwaarde van 45 dBA Lamax mocht overschrijden (zelfs na het aanbrengen van 42 dB gevelwering!), ongeacht het piekniveau van het vliegtuiglawaai. Het waren dezelfde actoren die de politiek ervan hadden overtuigd dat volgens het Laeq model de hinder niet zou toenemen voor de slachtoffers van de concentratie mits het uit roulatie nemen van enkele B727 hushkits en dat zelfs de hinderzone zou krimpen daarbij het belang van de frequentie (beschreven in  het "worst case scenario" van TNO) flagrant miskennend. Tegen dit alles werd door de nuchtere (maar uiteraard onmisbare) ingenieurs van Aminal niet het minste verzet aangetekend. Wij hebben de mensen van BBL (met alle respect voor de organisatie!) de eerste beginselen van akoustiek bijgebracht en uitgelegd wat een decibel betekent, in een periode waarin hun perspectief beperkt was tot  de afschaffing van de nachtvluchten! En toch stelt de Vlaamse regering weer een commissie samen met nagenoeg uitsluitend dezelfde gesprekspartners, waarvan de meeste in het verleden hun onbetrouwbaarheid hebben bewezen!

Milieubeleid vergt enerzijds een correcte wetenschappelijke observatie en analyse van in dit geval de geluidsparameters (functie van Aminal) én anderzijds de vertaling ervan naar gezondheidsschade rekening houdend met de draagkracht van het individu (taak van de artsen) Ik ben ervan overtuigd dat u inziet dat garanties voor het leefmilieu en de gezondheid van de omwonenden enkel mogelijk zijn indien de objectief gemeten geluidsparameters eerlijk worden vertaald naar gezondheidsschade door de inbreng van (milieu-)artsen en gezondheidseconomen.  Dat dit voor de politiek een risico inhoudt op een realistischer maar minder megalomaan beleid is vervelend maar kan geen excuus zijn. Politici zullen altijd de laatste beslissingsbevoegdheid behouden maar behoren dit te doen op basis van objectieve informatie. De informatie die u door een  adviescommissie in haar huidige samenstelling wordt aangereikt zal bijzonder éénzijdig zijn. Zowel de Vlaamse Gezondheidsinspectie als de huisartsen van de verzamelde huisartsenkringen hebben reeds vroeger de wens te kennen gegeven om bij het beleid betrokken te worden. De Vlaamse  Gezondheidsinspectie heeft dit gedaan door ongevraagd een advies uit te brengen nalv de milieuvergunning van BIAC, dat weliswaar door de overheid straal werd genegeerd. De huisartsenverenigingen van alle aangrenzende dorpen en uit de brede Noord- en Oostrand hebben hun bekommernis  kenbaar gemaakt dmv een gezamenlijk persbericht (cfr bijlage). Het Steunpunt Milieu en Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap heeft ook al een advies kenbaar gemaakt imv de problematiek van nachtvluchten en  de BBL telt onder haar dochter organisaties de VLAMM (Vlaamse Artsen voor Milieu en Maatschappij) die reeds haar stem in het debat heeft laten horen.

Ik durf er dan ook bij u op aandringen om in deze Vlaamse luchthavencommissie meerdere artsen vertegenwoordigers op te nemen van respectievelijk de Vlaamse Gezondheidsinspectie (dr. Wildemeersch), de huisartsen verenigingen uit de regio (Dr. L. De Munck), het Steunpunt Milieu en Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap en via de BBL van de VLAMM.

Verder nodig ik u uit om de nodige lessen te trekken uit de evolutie van de laatste jaren. Wat heeft de saga van de laatste jaren ons immers geleerd? (Het gaat hier vooral om vaststellingen, geen waardeoordeel!)

  1. Dat wat men de "historische toestand" noemt van voor 1999 in feite al een zware discriminatie inhield voor de mensen van Diegem,Haren en Neder-over-Heembeek
  2. Dat vertrekkende vliegtuigen veel meer hinder veroorzaken dan landende en dan grondlawaai (dat wat graag wordt aangewend als voorwendsel om gevrijwaard te worden van vertrekken)
  3. Dat de meeste omwonenden vertrekkende vluchten vooral hinderlijk vinden tijdends de nacht en de rusturen ('s morgens, 's avonds en in het weekend) en dat een eerlijke verdeling slechts mogelijk wordt indien de volledige week bij de verdeling wordt betrokken, dus ook de weekdag (waarbij mijns inziens beter gebruik wordt gemaakt van meteorologische rustmomenten door correcte en veilige toepassing van windcriteria om   concentraties in de tijd te vermijden)
  4. Dat een concentratie scenario van nacht en dagvluchten op een dicht bevolkt gebied ongrondwettelijk en medisch-ethisch onaanvaardbaar is
  5. Dat de meeste omwonenden zich heftig verzetten tegen een fractie van de hinder die in het concentratie ­ isolatie plan van Durant was weggelegd voor zone 1 en de Noordrand
  6. Dat voor zeer zwaar getroffen gebieden (zoals Diegem, Haren,...) rust perioden onontbeerlijk zijn om recuperatie van zowel nachtrust als psychisch evenwicht overdag mogelijk te maken.
  7. Dat in de regeerperiode van Durant inderdaad een vooraf bestaand  'relatief evenwicht' werd doorbroken door concentratie van niet alleen het baangebruik maar ook en vooral de vliegroutes: dit evenwicht bestond erin dat hoofdzakelijk geland werd (hoge frequentie maar relatief weinig lawaai en een smalle footprint op de grond over weinig bevolkt gebied tussen Leuven en Zaventem, waardoor de meeste mensen uit Steenokkerzeel, Perk, Kortenberg zich nauwelijks bewust waren van de nabijheid van de luchthaven), terwijl de veel lawaaiierige vertrekken ­ weliswaar te weinig ­ maar toch nog relatief gespreid verliepen vanop 25R over een deel van Brussel, de Oostrand  en de Noordrand. Durant heeft niet alleen het baangebruik verder geconcentreerd op de 25R (wat nadelig is voor Diegem, Haren en NOH) maar ook de routes geconcentreerd op de Vlaamse Noordrand, waardoor tot in Meise en Wemmel een "Diegem" gevoel werd gecreëerd. Uw oorspronkelijk schitterende spreidingsplan werd door de federale coalitiepartners  gekortwiekt vooral  naar de spreiding van de routes over Brussel toe (uiteraard onder impuls van MR/PS en Ecolo, maar spijtig genoeg met de uitdrukkelijke steun van Spa en VLD) maar betekende zelfs in zijn geamendeerde versie van 28 februari 2004 een aanzienlijke verbetering voor de Noordrand. Wat die (mini-) spreiding in de routes betekende is pas goed aan het licht gekomen  na het opnieuw verplaatsen van de Chievres route onder Landuyt! Brussel zelf is in het spreidingsplan gespaard gebleven in uw bekommernis om ook de "opgeofferde gebieden" van het Brussels Gewest te sparen maar de redistributie van de hinder  binnen het geografisch grondgebied van Vlaanderen door een meer wisselend baangebruik heeft ook in de Vlaamse Oostrand kwaad bloed gezet, vooral sinds ondertussen  de verfranste faciliteitengemeenten  hun slag hebben thuis gehaald langs zowel  juridische  als  politieke weg.  Een politiek probleem tussen Vlaams en Brussels Gewest werd daardoor vakkundig getransformeerd tot een Vlaams "politiek" probleem: de strijd tussen Noordrand en de Vlaamse delen van de Oostrand. Het evenwicht kan op korte termijn enkel worden hersteld indien de Vlaamse regering resoluut het rechtstreeks vliegen op bestemming afdwingt over Brussel en tegelijk bereid is een realistisch beleid te voeren op vlak van nachtvluchten (afbouw en stop), dagvluchten (plafond) en windcriteria (ICAO standaard en in afwachting van gelijke uitrusting van de banen identieke windcriteria voor alle banen minstens in de nacht en tijdens de rust- of daluren)
  8. Dat uiteindelijk de franstalige gemeenschap omvattende het Brussels Gewest en de franstalige faciliteitengemeenten uit de Oostrand vrijwel nooit meer door nachtvluchten en minimaal door dagvluchten wordt overvlogen
  9. Dat desondanks in de voorstellen Landuyt nog verder aan de eisen van Brussel wordt tegemoetgekomen
  10. Dat het verder ontlasten van Brussel (zoals in het verleden!) niet gevolgd wordt door verdampen van de vliegtuigen kort na het opstijgen maar gewoon resulteert in het verplaatsen van de hinder van Brussel naar Vlaanderen, waar de toestand meteen onleefbaar wordt
  11. Dat het probleem voor Vlaanderen slechts oplosbaar wordt indien de hinder die van Brussel komt terug naar Brussel wordt verplaatst, in de eerste plaats door een routespreiding over de hoofdstad en het rechtstreeks vliegen naar bestemming
  12. Dat voor iedereen de hinder maar kan dalen indien men realistische toekomstperspectieven hanteert die omvatten een afbouw en stop van de nachtvluchten en een plafond op de dagvluchten

Een en ander werd in een recent opiniestuk in de Tijd uiteengezet door Chris Luyckx van onze werkgroep. Het politiek probleem binnen Vlaanderen laat zich als volgt resumeren: voor de Noordrand is routespreiding door het vliegen rechtstreeks op bestemming de prioriteit (maw als Brussel zijn deel van de hinder niet terugneemt is het probleem binnen Vlaanderen nooit oplosbaar),  voor de Vlaamse Oostrand is het alternerend baangebruik de grootste bron van ergernis. Voor de zwaarst getroffen zones zijn rust momenten zowel overdag als 's nachts absoluut noodzakelijk. Om niet steeds dezelfde zones in het weekend of tijdens de rusturen te belasten lijkt me een gelijkschakeling van de windcriteria (ICAO norm van 5 kt/15kt) voor alle banen minstens tijdens de nacht en tijdens de rustperioden met onmiddellijke ingang onontbeerlijk: op die manier worden at random op basis van de weersomstnadigheden rustmomenten gecreeerd voor iedereen. Waarom moet de nachtelijke windnorm voor de banen 25/07 hoger zijn dan voor de baan 20/2? Dat dit slechts realiseerbaar is binnen een realistisch toekomstperspectief spreekt voor zichzelf: afbouw van de nachtvluchten (evt uitzondering voor landende lange afstandsvluchten), acht uurse nacht, plafond op de dagvluchten.

Ik hoop dat u uw coalitiepartners zowel  tot redelijkheid tav de luchthavenexpansie als tot standvastigheid tav Brussel kan bewegen

Met vriendelijke groeten

Marc Goethals