Het is toch niet omdat de Vlaamse regering milieunormen vastlegt in een milieuvergunning dat ze ze daarom opeist? Ze legt dan wel de bal terug in het kamp van de federale regering


Mail 10.10.2005

Geachte,

In de pers stelt men wel eens dat als Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid opneemt ivm de milieunormen daarmee de luchthaven wordt stilgelegd.

Afgelopen donderdag vond de zitting plaats voor de RvState ivm de milieuvergunning van BIAC. In essentie komt het  hierop neer: de auditeur van de RVS adviseert schorsing.  Of het college dit advies zal volgen is koffiedik kijken en in feite niet zo relevant omdat de Raad  misschien toch rekening zal houden met politieke druk en/of toch ­ ten onrechte - een zekere belangenafweging zal maken.

Waar het echt om gaat is dat de RVS bij monde van de auditeur  van oordeel is dat het Vlaams Gewest niet alleen het recht maar ook de plicht heeft om dmv de milieuvergunning het kader vast te leggen waarbinnen rond en op Zaventem mag worden geopereerd met vliegtuigen. Dit kader geldt daarbij ook expliciet voor het spreidingsplan, ook al zijn de vluchtroutes een federale bevoegdheid (en per analogie zal dit hoogstwaarschijnlijk ook gelden voor de windnormen -  ook al zijn de windnormen een federale bevoegdheid ­ zoals ik vroeger al heb gesuggereerd). Dit kader moet - door te bepalen wat maximale hinder is voor iedere zone of burger - de marges vastleggen waarbinnen de federale regering haar routes kan spreiden of afwijkingen kan toelaten van de internationale ICAO-norm, ook al laat technisch gezien één bepaalde iets langere of beter uitgeruste baan toe om met meer rugwind/zijwind te opereren dan standaard overeengekomen in de ICAO.

Het is daarom onbegrijpelijk en op ethisch vlak bedenkelijk dat de Vlaamse Regering aan deze plicht of macht verzaakt. Er bestaat immers een fundamenteel verschil tussen enerzijds het vastleggen in de milieuvergunning van een kader en anderzijds het opeisen van identieke geluidsnormen gebaseerd op immissielimieten zoals het Brussels Gewest, waarvan men kan aannemen dat het aan de Vlaamse publieke opinie moeilijk te verkopen is

In het eerste geval kan men afdwingen dat ieder burger, varierend met de afstand van de luchthaven en de afstand tot de as van de start/landingsbaan maximaal aan X aantal overvluchten per etmaal/nacht/dag wordt blootgesteld waarbij  via de individuele QC een saneringsplan in de tijd wordt opgelegd. Op die manier wordt de normale functie van de luchthaven op geen enkele wijze in gevaar gebracht. De bal ligt dan echter wel terug in het kamp van de federale regering die met Brussel zal moeten onderhandelen over de vluchtroutes en het baangebruik. Het is de federale regering die uiteindelijk de huidige rotzooi heeft veroorzaakt.  

In het tweede geval ligt de inderdaad luchthaven plat omdat de Brusselse geluidsnormen op individuele immissielimieten zijn gebaseerd waarbij eender welke normale vlucht, binnen de toegestane limieten voor QC zal worden gesanctioneerd indien ze vanop Zaventem vertrekt en het Brussels Gewest overvliegt.

Hoogachtend

M.G.
Meise