MAIL dd 7 NOVEMBER 2003

Geachte mijnheer de minister,

Als democraat vind ik uw spreidingsplan een goede aanzet. Maar het voorziet pas in belangrijke veranderingen voor de Noordrand op middellange termijn (over 5 maand).

Vandaar mijn pleidooi voor een aantal relatief vlug te realiseren maatregelen (zie verder).

Ter informatie en om u te overtuigen van de noodzaak en de dringendheid van maatregelen op zeer korte termijn, schets ik eerst even de huidige toestand in het centrum van Vilvoorde (waar ik woon), in de nabijheid van de kanaalbrug, waarvan ik ondervind dat ze door veel vliegtuigen als baken wordt gebruikt. Ik stel al sedert enkele jaren vast dat dit gebied zeven dagen op zeven en 24 uur op 24 wordt overvlogen (behalve bij voldoende noorder- of oosterwind). Erger nog is te moeten vernemen dat je woont in de enige regio rond de luchthaven die niet één vliegtuigloos uur per week meer kent. In elk geval: een meer dan nodige belasting.

De meest storende ogenblikken overdag zijn uiteraard de spitsuren. Tellingen van mijnentwege hebben uitgewezen dat er, 's ochtends tussen 6 en 8 uur en 's avonds tussen 19 en 21uur30, boven het grensgebied van de Vilvoordse wijken Broek en Centrum, gemiddeld om de twee à drie minuten een toestel passeert of afdraait. Hierin zit ook het lawaai 'in stereo' begrepen van een groot aantal vluchten die onrechtstreeks naar het (zuid)oosten gaan. Deze vliegen bij vertrek van de startbaan 25R immers eerst een stukje naar rechts (westen) (in plaats van rechtdoor) om op 1700 voet hun bocht naar links (oosten) in te zetten. Waarom trouwens? Als dit omwegje louter bedoeld is om toch de vereiste hoogte te kunnen bereiken zonder binnen de binnenste concentrische geluidscirkel rond Brussel te verzeilen (en dus niet vanuit veiligheidsaspect verantwoord kan worden) dan wordt het stukje van de Noordrand tussen Vilvoorde en de luchthaven meer dan nodig belast.

Ook interessant om weten is dat bij voldoende sterke noorder- of oosterwind de aangepaste configuratie pas wordt ingesteld na afloop van de ochtendspits en niet vanaf 6 uur (begin van de dag), of niet gewoonweg zolang de wind, ongeacht de sterkte, uit die richting waait (zoals men logischerwijs zou verwachten). Dit heeft natuurlijk te maken met het feit dat de wind in de ochtend meestal nog niet 'opgekomen' is. Het laat eens te meer blijken dat Biac zo veel en zo lang mogelijk de westenwindconfiguratie wenst aan te houden en bijgevolg de Noordrand meer dan nodig belast.

Veel onnodige overlast dus. Nu mijn voorstellen:

1. Biac en zijn vluchtleiders opdracht geven niet langer tot 11 'nautical miles' of meer rugwind te blijven vertrekken vanaf baan 25R richting Noordrand maar zodra de wind keert ook de procedures om te keren.

2. Het 's nachts uit circulatie laten halen van de vliegtuigtypes Airbus 300 die zeer regelmatig de vooropgestelde geluidsnorm (max. QC 12) overschrijdt en het type MD 11 dat deze norm systematisch bij elke overvlucht overschrijdt.

3. In afwachting van de nieuwe te creëren routes in de loop van volgend jaar, een tijdelijk alternerend systeem voor de Noordrand invoeren waarbij om de één of meer opeenvolgende dagen de huidige route(s) ten noorden van de ring wordt (worden) genomen, gevolgd door een zelfde aantal dagen waarbij de vroegere route(s) ten zuiden van de ring wordt (worden) gebruikt, met uiteraard voldoende tussenafstand. Het enige wat zou moeten gebeuren is dat Belgocontrol de vluchtroutes van vóór 2001 opspoort en terug oplegt.

Ik denk dat dit al een hele verlichting zou betekenen voor de centra van Machelen en Vilvoorde, en de Noordrand in het algemeen, temeer omdat de bewoners dan niet hoeven te wachten tot de windgoden hen nog eens gunstig gezind zijn.

Een behoorlijk plan zou uiteindelijk moeten voorzien in minstens enkele dagen en nachten per week volledige rust voor alle omwonenden, uiteraard niet op hetzelfde moment voor iedereen, en in routes met vanaf de startbaan een verschil van minstens 10 radiaalgraden om het zgn. stereo-effect te vermijden of te minimaliseren.

Ik hoop dat u wilt ingaan op mijn voorstellen.

Hoogachtend,

K. S.

Vilvoorde