DE 24-UURS ROTATIE VAN CHARTERS IS EEN ZOETHOUDER: MEN ROTEERT 'S NACHTS IN BRUSSEL EN VLIEGT OVERDAG WAAR NACHTVLUCHTEN VERBODEN ZIJN

BRIEF dd 5 NOVEMBER 2003

Grimbergen/Meise, 5 November 2003

Geachte Mijnheer De Hoofdredacteur,

Het opiniestuk ‘Hinder weegt niet op tegen economisch belang’ van uw medewerker Tom Ysebaert in de krant van woensdag 5 november, geeft een mooi overzicht van de problematiek rond Brussel Nationaal. Deze werd zo scherp door premier Verhofstadt op de agenda van de nationale politiek gezet sinds hij het concentratiemodel in 2002 in ons land invoerde, na minutieuze voorbereidende maatregelen in de loop van 2001. Daarin uiteraard gevonden door het politiek electoralisme van mevrouw Durant en de expertise terzake van de Brusselse milieuminister Gossuin.

Wij kunnen een heel eind meegaan in het betoog van uw redacteur, maar met enkele punten zijn we het echt niet eens, terwijl het stuk ook een aantal zaken overslaat waardoor het geheel toch wel onvolledig wordt.

Wanneer Xavier De Buck wijst op het belang van koerierdiensten en inzonderheid DHL voor de Belgische economie, dan verwart men duidelijk twee problemen. ‘Just-in-time delivery’ zal in het huidige economische klimaat wel belangrijk zijn maar dat impliceert nog niet dat DHL één van zijn belangrijkste draaischijven in het dichtst bevolkte gebied van West Europa moet situeren terwijl slechts 5 tot 10% van de in Zaventem verscheepte vracht een Belgische bestemming of afzender betreft! Wat de door andere actiegroepen gevraagde afschaffing van de nachtvluchten betreft: deze actievoerders geven zelf toe dat een dergelijke maatregel nog jaren kan duren, als ze er ooit komt.

Wanneer Tom Ysebaert de tevergeefse juridische démarches aankaart van geplaagde omwonenden dan gaat hij volslagen voorbij aan het fait dat deze inhoudelijk discriminerend waren en dus terecht door de rechter als niet-grondwettelijk werden verworpen. Tegelijk meldt uw redacteur nergens het politiek – economisch realisme van Actie Noordrand – Daedalus, die - zonder voorstander te zijn van nachtvluchten- wel voldoende respect heeft betoond voor de werkgelegenheid van de werknemers van de luchthaven. Hun enig pleidooi bestond erin hinder van de dag- en nachtvluchten billijk te spreiden over aŕle omwonenden zodat hinder niet ontspoort tot onaanvaardbare gezondheidsschade. In die zin is de titel van het artikel enigszins misleidend omdat het suggereert dat de nachtvluchten-problematiek enkel een comfortprobleem is. Niets is minder waar. Wanneer gecumuleerde concentratie van dag- en nachtvluchten resulteert in wetenschappelijk erkende slaapderving dan zijn de gevolgen voor de gezondheid zonder meer desastreus.

Wanneer de juridische actie van Actie Noordrand – Daedalus op het hogere echelon (Hof van Beroep van Brussel van 10 juni 2003) wel gehoor kregen dan is dit ook te wijten aan het feit dat de eisers de afschaffing van de nachtvluchten NIET hebben gevraagd maar enkel en alleen verzochten om niet te worden gediscrimineerd tov andere burgers. Dit arrest is dan ook fundamenteel verschillend van vroegere uitspraken waar het steeds ging om afschaffing of NIMBY (Not In My BackYard). Het cassatieberoep kan de essentie van dit arrest dan ook niet meer onderuit halen, enkel en alleen op procedurefouten wijzen.

Wanneer uw redacteur de problematiek van de chartervluchten aankaart brengt dit ons bij de vraag wat economisch relevante nachtactiviteit is. Heeft de nachtelijke charteractiviteit een substantieel impact op de werkgelegenheid op de luchthaven die opweegt tegen de ecologische schade ervan? We betwijfelen dit sterk. Bovendien wordt de publieke opinie zoet gehouden met de dooddoener van de drie noodzakelijke rotaties per etmaal! In realiteit vind de nachtelijke rotatie in Brussel plaats en wordt overdag elders in Europa gevlogen, op luchthavens waar de nachtactiviteit NIET welkom is. Zaventem als vuilbak van Europa en de Noordrand als vuilbak van Zaventem?

Wanneer Luc Calewaerts terecht opmerkt dat het ageren op Europees vlak geen alibi mag zijn om niet nu al iets te doen aan de vervanging van de meest verouderde en luidruchtige toestellen die ’s nachts vliegen, voert dit naar het fundamenteel probleem dat enkel door bronmaatregelen reëel de leefbaarheid rond de luchthaven kan worden verbeterd. Bij de bronmaatregelen situeren we dan naast een beperking van het totaal aantal bewegingen, ook het vervangen van luidruchtige toestellen door stillere naast de reeds genoemde spreidingsmaatregel waardoor de blootstelling van ieder individu wordt geminimaliseerd.

In de hoop dat deze aanvullende informatie uw lezers van dienst kan zijn,

hoogachtend,

H.W.

Grimbergen

M.G.

Meise