NACHTVLUCHTEN, DAGVLUCHTEN, GRONDLAWAAI, ONTSLUITING
23 MEI 2003
Gemeentelijk Provinciaal Overleg Luchthaven (GPOL) formuleert memorandum aan regering Gedeputeerde Jean-Pol Olbrechts, de burgemeesters en vertegenwoordigers van gemeentebesturen uit de Noordrand (Asse, Grimbergen, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Ternat, Vilvoorde en Wemmel) hebben deze week vergaderd in het gemeentehuis van Asse. Na de federale verkiezingen werd opnieuw de luchthavenproblematiek besproken. Centraal op de agenda stond het memorandum aan de regering.
Het memorandum is de schriftelijke neerslag van de voorbije bijeenkomsten en omvat een eisenpakket van de gemeentebesturen en de provincie Vlaams-Brabant. De tekst wordt bezorgd aan informateur Elio Di Rupo, later aan de formateur en verder aan de voorzitters van alle partijen.
De GPOL-groep wil een constructieve bijdrage leveren aan een oplossing voor de luchthavenproblematiek en aan de milieu- en lawaaihinder in het bijzonder.
Het uitgangspunt is daarbij het concept van duurzame ontwikkeling van de luchthaven van Zaventem, d.w.z. een evenwicht tussen de economische en sociale ontwikkeling en de tewerkstellingsaspecten enerzijds en de bescherming van het leefmilieu en van de leefbaarheid van de omgeving anderzijds.
In het eerste deel van de tekst wordt de leefbaarheid van de omgeving en het terugdringen van de lawaaihinder besproken. De GPOL-groep pleit voor een gefaseerde aanpak. Vooreerst moet er snel teruggekeerd worden naar de vluchtprocedures zoals die bestonden vóór 9 februari 2001 en moeten er maatregelen komen ter bestrijding van het grondlawaai.
Een belangrijke bekommernis betreft het lawaai van overvluchten, zowel overdag als ´s nachts. De GPOL-groep eist dat nog tijdens de komende legislatuur een wetenschappelijk onderbouwd plan voor een verdere spreiding van de dag- en nachtvluchten over de hele luchthavenregio uitgewerkt en uitgevoerd wordt. Een van de uitgangspunten is daarbij dat het baangebruik zoveel mogelijk moet geënt worden op de bestemming van de toestellen. Om tot een evenwichtige verdeling van de lasten en lusten van de luchthaven te komen vraagt de overleggroep een globaal geluidsquotum per seizoen uit te werken voor de dagperiode . Dergelijk quotum wordt momenteel al toegepast voor de nachtoperaties. Verder moet onderzocht worden hoe deze globale geluidsquota verder kunnen opgesplitst worden in maxima voor elke startbaan per seizoen, zowel voor de dag als de nacht.
Een bijkomende waarborg moet gezocht worden in een soortgelijke toepassing voor het aantal bewegingen. Tenslotte eist de overleggroep een grotere uitwaaiering van de vluchtroutes, en dit vroeger na het vertrek.
Op middellange termijn wenst de groep dat het bovenvermelde voorstel verder zou worden verfijnd, waarbij het wenselijk is rekening te houden met de toekomstige Europese Ldan-norm.
Andere begeleidende maatregelen betreffen een nieuwe rol voor het milieueffectenrapport dat beslissingen over wijzigingen van baangebruik en vluchtprocedures zou moeten voorafgaan, planologische maatregelen, een beperkter maar kwalitatief hoogstaand geluidsisolatieproject, een coherent normenstelsel en handhavingsbeleid en de verdere uitbouw van het geluidsmeetnet.
In het deel over de lawaaihinder wordt ook aandacht besteed aan de problematiek van het grondlawaai. De overleggroep stelt daarbij vast dat er veel maatregelen werden in het vooruitzicht gesteld, maar slechts weinig werd gerealiseerd. De gemeentebesturen en de provincie vragen daarom dat de federale regering ook de bestrijding van het grondlawaai op korte termijn ter harte zou nemen en steunen het overleg dat specifiek hiervoor werd opgestart, onder voorzitterschap van gouverneur De Witte.
In een tweede deel van het memorandum wordt de communicatie over de luchthavenproblematiek onder de loep genomen. De overleggroep stelt daarin dat een open communicatiebeleid cruciaal is voor een duurzame ontwikkeling van de luchthaven en pleit ervoor dat er naast het Federale Overlegforum ook een blijvende plaats zou zijn voor overleg op gewestelijk niveau. Daarbij wordt de Overlegcommissie luchthaven Zaventem, opgericht naar aanleiding van een voorwaarde in de milieuvergunning van minister Dua, met name genoemd. De GPOL-groep herinnert er ook aan dat bij het luchthavenakkoord van 24 januari de eerste minister verklaarde dat de ombudsdienst zou uitgebreid worden met een Nederlandstalige ombudsman. De leden stellen vast dat deze nog steeds niet aangeworven is en eisen dat dit nog voor de zomervakantie zou gebeuren.
In het derde deel wordt tenslotte ingegaan op de gebrekkige ontsluiting van de luchthaven met het openbaar vervoer, die ook belangrijke gevolgen heeft voor de leefbaarheid van de hele luchthavenregio. In het luchthavenakkoord van 11 februari 2000 werden op dit vlak ambitieuze doelstellingen en infrastructuurwerken in het vooruitzicht gesteld, in het bijzonder voor het spoor. De uitvoering laat nog grotendeels op zich wachten en situeert zich teveel op de lange termijn. Wat de bereikbaarheid per spoor betreft, wordt in het memorandum in herinnering gebracht dat de bocht van Nossegem nog in de komende legislatuur gerealiseerd en geëxploiteerd moet zijn.
Verder moet er ook op toegezien worden dat de spoorontsluiting richting Antwerpen en het terugkeerspoor naar Brussel tegen 2008 gerealiseerd worden. Daarenboven moet de luchthaven op zeer korte termijn goed aangesloten worden op het internationale HST-netwerk. Tenslotte wordt ook geëist dat de voornemens om een voorstadsnet uit te bouwen concrete vorm aannemen. De overleggroep verwijst hierbij naar het RegioNet Brabant-Brussel, dat een hoogwaardige ontsluiting van Vlaams-Brabant en Brussel beoogt en concrete voorstellen inhoudt voor de bereikbaarheid van de luchthaven per trein en per bus. Naar analogie met het personenvervoer kan de belasting door het vrachtvervoer teruggedrongen worden door een betere spoorontsluiting. De overleggroep verdedigt daarom de uitbouw van een lucht/spoorterminal op Brucargo, dat nu al een belangrijke spil is in het vrachtvervoer.
Info: Hans Floré, dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit,
tel. 016-26 70 91, rom@vl-brabant.be