Route-Chabert bliksemafleider ?
Spreidingsakkoord lijkt stap achteruit
Het Vlaams Blok hekelt het gebrek aan informatie omtrent het nieuwe akkoord over de lawaaihinder van Zaventem. De persmap die op de persconferentie van Minister Anciaux werd verspreid, bevat geen concrete gegevens over het gebruik van de startbanen noch over de routes. We moeten ons dus behelpen met de eerste verklaringen in de media en met informatie vanwege anonieme bronnen. Mede daarom heeft de voorzitter van de kamercommissie voor Infrastructuur, Francis Van den Eynde, aan kamervoorzitter Herman Decroo voorgesteld dat zijn commissie op vrijdag vijf december zou bijeengeroepen worden, zodat minister Anciaux geconvoceerd kan worden voor een gedetailleerde uitleg.
Volgens de informatie waarover wij vandaag beschikken, is het nieuwe plan een stap achteruit t.o.v. het eerste spreidingsplan dat in september werd voorgesteld. In dat plan werd het principe gehuldigd dat de vliegtuigen zo snel mogelijk in de richting van hun eindbestemming zouden vliegen. Transporten naar het zuiden zouden derhalve niet langer een omweg naar het noorden maken.
Met het nieuwe plan wordt daar deels op teruggekomen: de Noordrand zal opnieuw een aantal vluchten over zich heen krijgen die niet voor het noorden bedoeld zijn. Van een maximale spreiding en uitwaaiering is nog steeds geen sprake; het aantal routes wordt zelfs verminderd. Ook is het de bedoeling dat de meeste vliegtuigen zeer snel na het opstijgen (vanaf 700 voet) een scherpe bocht richting Noordrand maken, met de uitdrukkelijke bedoeling Brussel te ontzien. De geluidswal boven Brussel blijft dus wel degelijk bestaan. De herinvoering van de route-Chabert voor de vliegtuigen naar Chièvres compenseert dit slechts voor een minimaal gedeelte (dagvluchten in het weekend) en slechts voor één zaterdag op twee.
Belangrijk is ook dat de installatie van het ILS-landingssysteem op de baan 25R en de taxibaan langsheen de baan 25L zijn afgevoerd. Waar Anciaux op 1 oktober in de Kamer nog met stelligheid beweerde dat beide investeringen zeker zouden doorgevoerd worden (het ILS zou al werken in 2005), wordt alles afhankelijk gemaakt van nieuwe studies en aldus verschoven naar Sint-Juttemis. Dit betekent dat Brussel ook op termijn gevrijwaard zal blijven van landingen en dat de opstijgingen via de 25L (en dus over Brussel-centrum) marginaal zullen blijven (2%).
Alles wijst er dus op dat dit nieuwe akkoord een belangrijke stap achteruit is in plaats van vooruit, met als gevolg dat Brussel zijn rechtmatig deel van de hinder niet zal hoeven te dragen.
Bart Laeremans Joris Van Hauthem Francis Van den Eynde
Volksvertegenwoordiger Gemeenschapssenator Voorzitter comm. Infrastructuur 0476/46.98.85