De bereidheid om het luchthavenakkoord te herzien is, mede omwille van de soepelere houding van de Brusselse regering, toegenomen. Hopelijk slaagt het overlegcomité er volgende vrijdag in een nieuw evenwichtig akkoord af te sluiten. Dit vereist een grondige aanpassing van één en ander.
Het uitgangspunt moet blijven dat een verzekerde werkgelegenheid moet verzoend worden met de zorg voor een leefbare omgeving.
Dit was ook de ambitie van de federale, Vlaamse en Brusselse regering bij de totstandkoming van het oorspronkelijk akkoord.
Voor een nieuw evenwichtig akkoord is het noodzakelijk dat volgende drie elementen in balans worden gebracht:
1. De globale (dag + nacht) lawaaioverlast moet verder drastisch worden ingeperkt.
De Boeing 727, maar ook andere lawaaierige toestellen moeten maximaal vervangen worden door minder lawaaierige toestellen . Dit vergt onderhandelingen van BIAC met alle luchtvaartmaatschappijen (naast DHL). Gelijktijdig moet de handhaving van het hushkitverbod + verdere optimalisatie vliegprocedures en gehanteerde vliegroutes de globale lawaaioverlast systematisch verminderen.
Ook het grondlawaai van de directe omgeving ( d.m.v. de realisatie proefdraailoods + strakke reglementering van militair luchtverkeer) in afwachting van verhuis militaire luchthaven van Melsbroek.
Bevriezing van het aantal nachtbewegingen.
2. Werken aan alternatieven voor « overbodig » vliegverkeer door integratie van
luchthaven in het binnenlands en Europees spoorwegnet. De plannen terzake moeten worden versneld. Brussel moet snel werk maken van haar engagement inzake uitbouwTGV–terminal in Schaarbeek. Op deze manier kunnen vliegtuigen worden vervangen door Treinen (en dit zowel voor personen – als goederenvervoer).
Dit is tevens een grote hefboom in de aanpak van het verkeersinfarct in en rond de luchthaven die zowel de economische ontwikkeling als de leefbaarheid van de provincie Vlaams – Brabant bedreigt.
3. Een evenwichtige spreiding van de aldus verminderde lawaaioverlast over de hele omgeving van de luchthaven inclusief Brussel, en dit zowel geografisch als in de tijd. Dit houdt in dat er een afstemming komt van de lawaai – normen tussen de gewesten.Dit houdt eveneens in dat een globale deal tussen nachtvluchten voor één regio in ruil voor dagvluchten voor een ander deel niet aanvaard zal worden.
De sp.a is ervan overtuigd dat een dergelijk evenwichtig plan de maatschappelijke aanvaarding van de luchthaven ten goede komt. Het is tevens de grootste garantie op het behoud van de 3500 nachtwerkers op de luchthaven .
Daarom dringt de sp.a aan op de meest serene behandeling van dit dossier.
Om dit te bereiken is het noodzakelijk om de nieuwe spreidingsregeling gedurende een bepaalde testperiode consequent te voorzien van maatschappelijke meetgegevens vooraleer definitieve regels vast te leggen. Op termijn moet de spreidingsregeling wettelijk gebetonneerd worden zodat de regio, voor eens en altijd af is van een beleid dat bemoeilijkt wordt door de woonplaats van één of andere toekomstige beleidsverantwoordelijke.
Hans Bonte
0476/33.18.93