ANCIAUX: GOSUIN DISCRIMINEERT TUSSEN BRUSSELAARS DIE EVEN VER VAN LUCHTHAVEN WONEN EN STUURT ALLES OVER OOSTRAND
PARLEMENTAIRE VRAGEN dd X.3.2004
Kamer Volksvertegenwoordigers
Plenaire zitting
1 april 2004
Samengevoegde vragen van - mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de herinvoering van de strenge geluidsnormen in Brussel" (nr. P322) - de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de herinvoering van de strenge geluidsnormen in Brussel" (nr. P323)
Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij hebben via een krant vernomen dat minister Gosuin van het Brussels Gewest opnieuw de strenge Brusselse geluidsnormen wil activeren, waardoor het bijna onmogelijk zou zijn dat er nog nachtvluchten boven Brussel vliegen.
Tezelfdertijd zegt minister Gosuin, daarin gesteund door Vlaams minister Tavernier, al herhaalde pogingen te hebben gedaan om met u in overleg te treden in verband met de harmonisering van de geluidsnormen. Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen. Ten eerste, klopt het dat zowel minister Gosuin als minister Tavernier geprobeerd hebben om met u een persoonlijk gesprek of overleg te hebben, maar dat dat niet gelukt is, dat u daarop niet ingaat? Ten tweede, wat zijn de consequenties van de Brusselse geluidsnormen voor uw spreidingsplan? Uw spreidingsplan is een federale beslissing. Kan het dat een beslissing van een gewest uw federaal besliste spreidingsplan bemoeilijkt of onmogelijk maakt? Ten derde, hoe komt het, mijnheer de minister, dat het overleg over de harmonisering van de geluidsnormen nog moet starten? U hebt gezegd dat u dat overleg zult starten na Pasen, maar het probleem is al veel langer bekend. Hoe komt het dat het overleg tussen de Gewesten en de federale minister over de harmonisering van de geluidsnormen pas na Pasen begint?
Bart Laeremans: Mijnheer de voorzitter, dit is inderdaad hetzelfde onderwerp. We zijn voor een voldongen feit geplaatst door de heer Gosuin van het Brussels Gewest. Hij heeft opnieuw zijn draconische maatregelen, zijn draconische geluidsbeperkingen ingesteld. Ik ben niet altijd geneigd om die man te geloven, want hij heeft in het verleden al vaak leugens in het luchtruim gestuurd. Hij wordt echter bijgetreden door minister Tavernier van het Vlaams Gewest, die letterlijk zegt of via zijn woordvoerder: “Wij hebben minister Anciaux al herhaaldelijk geďnterpelleerd, maar steeds zonder een afspraak te kunnen maken en het overleg te kunnen starten”. Dat zijn toch vrij zwaarwichtige woorden aan uw adres.
Kan u verduidelijken waarom het zo lang geduurd heeft, waarom u zo getreuzeld heeft om dat overleg op gang te brengen? Waarom kan dat nu pas na de paasvakantie? Wij hebben nu toch twee weken vakantie waarin het wat rustiger is, waarin u gerust dat overleg kan laten doorgaan. Wat heeft het informele overleg van einde maart dat enkele dagen geleden plaats had, ondertussen opgeleverd?
Wat zijn de concrete gevolgen van die maatregel van minister Gosuin voor Brussel? In welke mate zal Brussel niet meer overvlogen worden? Welke stukken van Brussel ’s nachts en overdag? Kan u dat verduidelijken? U hebt in De Morgen van 26 maart 2004 gezegd dat alles er zou op uitdraaien dat de Oostrand van Brussel veel vaker zou overvlogen worden. Kan u dat verduidelijken? Gaat dat om nachtvluchten of dagvluchten? Wat zijn de gevolgen voor andere zones, bijvoorbeeld de Noordrand? Wat zal dit allemaal voor concrete gevolgen hebben?
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ten eerste moet toch heel duidelijk gezegd worden dat de bevoegdheid voor het bepalen van geluidsnormen een totale bevoegdheid is van de Gewesten. Het is dus ook een beetje vreemd dat men niets kan doen zolang ik mijn zegen niet geef. Zij hebben de bevoegdheid om normen uit te vaardigen.
Op zich heb ik er dus geen probleem mee dat minister Gosuin normen uitvaardigt. Ik stel enkel vast dat hij dit heeft gedaan zonder overleg en zonder motivering of uitleg. Als u mij vraagt welke invloed die normen hebben, zeg ik dat ze een discriminatie tussen de Brusselaars tot stand brengen. Sommige Brusselaars die op gelijke afstand van de luchthaven wonen, zullen op een andere wijze worden behandeld dan anderen. Dat lijkt mij niet helemaal correct te zijn. Het zou een invloed kunnen hebben, in die zin dat als alleen Brussel zware normen uitvaardigt, een van de gevolgen hiervan is dat de heer Gosuin ervoor zorgt dat alle vluchten over de Oostrand zouden moeten komen, wat niet de bedoeling kan zijn.
Mevrouw Creyf, consequenties op het spreidingsplan als dusdanig zijn er niet. Ik zal mijn spreidingsplan niet aanpassen in functie van eenzijdig genomen geluidsnormen.
Op de vraag over de bevoegdheid heb ik al geantwoord. Ik kan u alleen nog zeggen dat er helemaal geen sprake is van getreuzel. Wij starten nu het overleg om te komen tot geharmoniseerde geluidsnormen, omdat het spreidingsplan in werking is getreden, omdat we exact weten hoe we spreiden en welke invloed dat zal hebben op de geluidsnormen. Nogmaals, het is de bevoegdheid van de Gewesten.
In verband met de vraag om overleg, zeg ik u heel duidelijk dat minister Tavernier op geen enkele wijze enig overleg heeft gevraagd en geen enkele vraag heeft gesteld. Ik herhaal: hij heeft geen enkele vraag gesteld. Integendeel, op 23 juli 2003, op 10 oktober 2003 en op 24 november 2003 – eenmaal op zijn vraag en tweemaal op mijn vraag – heb ik over de problematiek overlegd met zijn voorganger, Ludo Sannen. Het overleg met de heer Gosuin is steeds op mijn vraag gebeurd. Individueel heb ik met de heer Gosuin overlegd op 8 september 2003, op 29 september 2003, op 7 oktober 2003 en op 24 november 2003.
Voorts is er overleg geweest met de Gewesten - zowel met het Vlaamse Gewest als met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – samen. Dat staat dus los van het overleg dat ik met de ministers zelf heb gehad. Dat overleg gebeurde op 10 oktober 2003, op 21 oktober 2003, op 5 december 2003 en op 26 februari 2004. Het volgende overleg is gepland voor 21 april. Op dat moment zullen de voorstellen van de heer Gosuin op tafel liggen. Na die vergadering plan ik opnieuw een vergadering waar - na het aftoetsen van de voorstellen vanuit de Gewesten met BIAC, met alle partijen, met de leden van het kernkabinet en met de Gewesten - ikzelf een voorstel zal doen dat rekening houdt met alle aspecten van het dossier.
Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, het feuilleton van de nachtvluchten gaat verder. De zwartepiet wordt nog maar eens aan mekaar doorgespeeld. Mijnheer de minister, het gaat over de geharmoniseerde geluidsnormen. Brussel heeft in 2002 de strenge geluidsnormen opgeschort. De strenge Brusselse geluidsnormen bestaan reeds een hele tijd. Er is niet alleen het probleem dat de Gewesten die geluidsnormen vooropzetten, maar dat we reeds herhaaldelijk hebben aangedrongen op een harmonisatie. Het gaat niet op dat Vlaanderen, Wallonië en Brussel elk - binnen hun eigen bevoegdheid - compleet tegenstrijdige geluidsnormen hanteren waardoor alle last naar een ander gewest wordt verschoven. De geharmoniseerde geluidsnormen zijn uw bevoegdheid.
U zegt dat er geen enkele vraag is gesteld. Wij lezen in de pers dat minister Tavernier herhaaldelijk heeft aangedrongen, maar geen gehoor heeft gekregen. Minister Gosuin zegt dat hij herhaaldelijk heeft aangedrongen, maar geen gehoor heeft gekregen. U zegt dat er wel een overleg geweest, dat er wel een initiatief is geweest. Ik moet eerlijk zeggen, hoe kan men er dan nog aan uit? Wie moet men uiteindelijk nog geloven? De ene minister zegt dat hij het heeft gevraagd, maar dat u niet wilt.
Minister Bert Anciaux: Vraag de data op.
Simonne Creyf (CD&V): De minister gaf inderdaad de data. Ik geef hem absoluut het voordeel van de twijfel, maar hoe moet de burger er nog aan uit kunnen als ministers over hetzelfde onderwerp compleet tegengestelde berichten in de wereld helpen? De voorzitter: (…)
Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik hoor u dat graag zeggen.
Bart Laeremans : Mijnheer de voorzitter, de verschillende verklaringen van de diverse ministers, maken deze zaak bijzonder complex.
Mijnheer de minister, gezien de verschillende data die u opgeeft ben ik veeleer geneigd om u te geloven dan de heer Gosuin, ook al omdat de heer Gosuin al heel veel leugens in de wereld heeft gestuurd. In elk geval duurt het allemaal veel te lang en geeft u hem de kans om dit maar te laten duren. U zegt dat er nog niet veel kon worden beslist omdat u nog geen zekerheid had over het spreidingsplan, maar u had toch al een aanzet kunnen geven? U bent al heel lang met dat spreidingsplan bezig. U weet al lang hoe dat plan ongeveer in mekaar zit. Ik had gedacht dat de planning voor de harmonisatie van de geluidsnormen al ongeveer rond zou zijn. 04.10 Minister
Bert Anciaux: (…)
Bart Laeremans : Binnen de maand, zegt u. Ik herhaal het want het is niet door de micro opgenomen. Binnen de maand legt u dus een volledig voorstel voor. Welnu, ik hoop het. Ik hoop dat we zo snel mogelijk naar die harmonisatie gaan, want iedereen heeft er belang bij. Ik verwacht aldus resultaten binnen de maand, dat wil zeggen voor eind april, terwijl u pas op 21 april vergadert. Ik zal u aan die datum herinneren.