TAVERNIER KOMT ALSNOG VRIJWILLIG TUSSEN IN PROCEDURE RVSTATE TOT SCHORSING EN VERNIETIGING BESLUIT HERINVOERING BRUSSELSE MILIEUNORMEN
MAIL MINISTER TAVERNIER dd 11.6.2004
Minister van LEEFMILIEU, LANDBOUW en ontwikkelingssamenwerking
Mededeling aan de Vlaamse regering
Vrijwillige tussenkomst in de procedure tot schorsing en vernietiging van het
Besluit van de Minister van Milieu van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot het herinvoeren van de Brusselse
geluidsnormen zoals bepaald in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van de geluidshinder
voortgebracht door het luchtverkeer, ingediend door enkele bewoners van de
Noordrand, de stad Vilvoorde en de gemeenten Grimbergen, Machelen en Meise.
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft bij besluit van 27 mei 1999
betreffende de bestrijding van de geluidshinder voortgebracht door het
luchtverkeer geluidsnormen vastgelegd, gekoppeld aan een boetesysteem, voor
vliegtuigen die over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vliegen.
Deze normen zijn strenger dan de normen die van toepassing zijn in het Vlaams
Gewest en vastgelegd zijn in het Besluit van 29 september 2000 van de Vlaamse
minister en Leefmilieu en Landbouw.
De invoering van de strenge Brusselse geluidsnormen heeft geleid tot een
verschuiving van de opstijgroutes van het Brussels grondgebied naar het Vlaams
grondgebied, zodat de hoge boetes konden worden vermeden.
In augustus 2002 stemde het Brusselse Gewest ermee in om de toepassing van zijn
geluidsnormen op te schorten en samen met Vlaanderen op zoek te gaan naar
gemeenschappelijke geluidsnormen.
De minister van Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft in een
persbericht van 11 mei 2004 aangekondigd dat de normen van de Brussels Gewest
heringevoerd zijn sinds 24 maart 2004.
Tegen deze beslissing waarvan, behalve een persmededeling van de bevoegde
minister, geen formeel spoor kan gevonden worden, werd een schorsings- en
annulatieverzoek ingediend bij de Raad van State door zes inwoners van de
Noordrand, de stad Vilvoorde en de gemeenten Grimbergen, Machelen en Meise.
De verzoekers werpen in hun schorsingsverzoek vier ernstige middelen op en
motiveren het bestaan van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel.
In het eerste middel wordt opgeworpen dat het bestreden besluit is genomen met
schending van de materiële motiveringsplicht en dat het getuigt van
machtsoverschrijding dan wel machtsafwending. Volgens het persbericht van de
bevoegde minister is zijn besluit enkel bedoeld om druk uit te oefenen op de
Federale regering, waardoor het bestreden besluit niet gegrond is op feitelijk
correcte en rechtens aanvaardbare motieven.
In het tweede middel wordt opgeworpen dat het bestreden besluit is genomen met
schending van de formele motiveringsplicht aangezien het bestreden besluit
klaarblijkelijk niet is vastgelegd in enige akte waardoor het onmogelijk is om
na te gaan welke eventuele motieven (andere dan die verschenen in de pers op
verklaring van de minister) ten grondslag liggen van het bestreden besluit.
In het derde middel wordt de schending opgeworpen van het evenredigheidsbeginsel
en het gelijkheidsbeginsel. Door het bestreden besluit worden de normen van het
Brussels Gewest opnieuw ingevoerd zodat de vliegtuigen die niet voldoen aan de
strenge Brusselse normen zullen uitwijken naar het gebied waar de verzoekers
wonen. De verzoekers argumenteren dat zij hierdoor onevenredig zwaar worden
belast t.o.v. andere inwoners die op dezelfde afstand van de luchthaven wonen.
In het vierde en laatste middel wordt de schending van het
evenredigheidsbeginsel opgeworpen. Er wordt geargumenteerd dat de ‘gefedereerde’
overheden ingevolge het evenredigheidsbeginsel bij het uitoefenen van de hen
toegewezen bevoegdheden zo te werk dienen te gaan dat ze het een andere overheid
niet onmogelijk maken diens eigen bevoegdheid uit te putten. Het herinvoeren van
de Brusselse geluidsnormen verhindert dat de Federale Regering haar
spreidingsplan naar behoren kan uitvoeren en belet de Vlaamse regering om
geluidsnormen uit te vaardigen die de inwoners van het Vlaamse Gewest in gelijke
mate beschermt tegen de geluidshinder veroorzaakt door vliegtuigen zonder de
sluiting van de nationale luchthaven als gevolg te hebben.
Ik kan me volledig aansluiten bij de middelen die door de verzoekers zijn
uitgewerkt en in het bijzonder bij het vierde middel.
De verzoekers tonen ook terecht het bestaan aan van een moeilijk te herstellen
ernstig nadeel als de tenuitvoerlegging van het bestreden besluit niet
onmiddellijk wordt geschorst in afwachting van een eventuele vernietiging. Als
de tenuitvoerlegging van het bestreden besluit niet wordt geschorst, zal het
toenemend aantal vliegbewegingen de gezondheid van de omwonenden blijvend
ondermijnen. Deze schade is ernstig en moeilijk te herstellen.
Om deze reden heb ik beslist om vrijwillig tussen te komen in de procedure tot
schorsing en in de procedure tot nietigverklaring van het bestreden besluit bij
de Raad van State.
Jef Tavernier
Vlaams Minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking