Vlaamse regering

Kabinet van de Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw

Alhambra, Em. Jacqmainlaan 20, 1000 BRUSSEL

Tel. (02)553 27 81 - Fax (02)553 27 86

 

Geachte,

 

U was één van de duizenden mensen die de voorbije weken en maanden mij een brief, een fax of e-mail stuurde om vanuit de Noordrand een noodkreet te slaan over de nachtvluchten afkomstig van de luchthaven van Zaventem. U maakte mij en ook andere beleidsverantwoordelijken in dit land overduidelijk dat de toestand onhoudbaar was geworden voor de mensen die onder de geconcentreerde nachtroute wonen.

 

Alvorens het over de situatie van vandaag te hebben, wil ik heel even terug gaan in de tijd.

 

Eerst besliste de federale regering - zonder consultatie van de gewesten overigens - het zogenaamde "federaal akkoord" van februari 2000. Ik denk dat dit een verdienstelijke poging is geweest om te proberen de geluidsoverlast 's nachts te beperken. Neem bijvoorbeeld de B727 die - tenminste voor de nacht - tot het definitieve einde behoort.

 

Maar het akkoord van 2000 voldeed niet, vandaar dat ik ondermeer in de milieuvergunning aan de NV BIAC die eind 2000 in voege is getreden, enkele bijkomende maatregelen heb opgelegd. Ik heb een stand-still ingevoerd voor het aantal vluchten tijdens de nacht t.o.v. de situatie in dat jaar. In deze vergunning werden ook geluidsnormen opgenomen, mede als drukkingsmiddel om de federale regering en het Brussels gewest aan de onderhandelingstafel te krijgen. En er werd een overlegcommissie geïnstalleerd onder leiding van de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant.

 

In 2002 ben ik samen met mijn Brusselse, Waalse en federale collega's rond de tafel gaan zitten, wat geleid heeft tot de akkoorden van februari en juli 2002. Ik ga de inhoud niet in detail herhalen, maar belangrijk in deze discussie was de eis van de Vlaamse regering dat de in het akkoord van 2000 geplande bundeling van nachtvluchten 'geen bijkomende hinder' en 'geen nieuwe gehinderden' mocht veroorzaken.

 

Dat er een vrij grote kloof was tussen de theoretische benadering van 'hinder' en wat de mensen echt aanvoelden, werd duidelijk vanaf het moment dat de concentratie van de nachtvluchten boven de Noordrand per 1 november 2002 gedeeltelijk werd ingevoerd. Metingen van mijn diensten gedurende de maanden oktober en november bevestigden dat er een aanzienlijke toename was van de nachtelijke geluidshinder boven de Noordrand. Deze metingen toonden aan dat de door Vlaanderen gestelde voorwaarden niet konden ingelost worden.

 

Dit heeft geleid tot een grondige bijsturing van het akkoord. Het overlegcomité tussen de federale regering en de gewestregeringen van 29 november 2002 besliste al onmiddellijk enkele bijsturingen door te voeren. De verdere concentratie boven de Noordrand, voorzien voor 26 december 2002, ging alvast niet door. Er moest een aanpassing van de vliegprocedures komen, zodat er opnieuw een beperkte uitwaaiering van de vluchten is. En een Vlaamse ombudsman / vrouw moest de klachten van Vlamingen in Brussel en de rand ter harte nemen.

 

Op 24 januari 2003 werd in de schoot van het federaal overlegcomité tussen alle betrokken regeringen de beslissing genomen dit concentratiemodel grotendeels terug te schroeven. De verdere spreiding en uitwaaiering van de nachtvluchten komt er, waarbij ook Brussel en de Zuidrand van Brussel een stuk van de vluchten boven hun grondgebied krijgen. De meest lawaaierige toestellen (Boeing 727) blijven vanaf dan tijdens de nacht aan de grond. Bovendien moet de discussie over een evenwichtige verdeling van de dagvluchten op de agenda komen.

 

Jammer genoeg heeft het nog heel wat voeten in de aarde gehad vooraleer de beslissing over een nachtroute over het grondgebied Brussel uitvoering kreeg. Dit heeft geleid tot een grondig meningsverschil met mijn federale collega, Mevrouw Isabelle Durant, en zelfs tot een zware crisis in de federale regering.

 

Met de beslissing over de nachtroute over het Brussels gewest is het politiek akkoord van 24 januari 2003 voor een belangrijk onderdeel uitgevoerd. Niettemin bevat dit akkoord ook andere punten waarvan we de verdere uitwerking vragen. Hoe staat het bijvoorbeeld met de overeenkomst met koerierbedrijf DHL om de weekendnachten maximaal geluidsvrij te maken? Is er al een Nederlandstalige ombudsman / vrouw?

Is het Brussels gewest bereid verder te onderhandelen over een gelijkstelling van de Brusselse en Vlaamse geluidsnormen? En, niet onbelangrijk, welk traject wordt vastgelegd om de besprekingen over de dagvluchten aan te vatten? Ik heb daarover in maart jongstleden een brief gestuurd aan premier Verhofstadt. Ook aan Minister-President Dewael vroeg ik om dit punt te bespreken met de federale regering. Tot op heden mocht ik echter geen antwoord ontvangen.

 

Meer dan ooit ben ik ervan overtuigd dat dit echter geen ideaal akkoord is. Er is volgens mij behoefte aan een luchthavenpact, waarbij de resterende en pertinente knelpunten zoals de geluidsarme weekendnachten, de dagvluchten en een verdere spreiding van de nachtvluchten opnieuw op de agenda moeten komen. Ondertussen heb ik een voorstel van geluidsnormen klaar, waardoor een evenwichtige spreiding van de nachtvluchten mogelijk wordt gemaakt.

 

Het maatschappelijk debat en de onderhandelingen van de voorbije 3 jaar over de luchthaven hebben mij geleerd dat er enorme tegenstrijdige belangen spelen in een dergelijk dossier, waardoor het zeer moeilijk is een win-win situatie te verkrijgen. Je hebt aan de ene kant de zeer pertinente en vaak aangrijpende oproepen van mensen die hun nachtrust verstoord zien en daardoor niet meer naar behoren kunnen functioneren overdag. En als het om kinderen gaat, grijpt een dergelijke oproep des te meer naar de keel. Maar je hebt aan de andere kant de duizenden mensen die afhankelijk zijn van deze luchthaven, en uiteraard hun broodwinning niet willen zien verloren gaan.

 

Ik blijf dus voorstander van een diepgaand debat over de toekomst van Zaventem en de daaraan gekoppelde geluidshinder.Als er nadelige gezondheidseffecten verbonden zijn aan nachtvluchten, moet er in alle openheid en zonder overhaaste beslissingen te nemen, gezocht worden naar een oplossing om een verdere afbouw van nachtvluchten mogelijk te maken, liefst in Europees verband. Een goede nachtrust is immers een basisrecht voor iedereen.

 

Met vriendelijke groeten,

 

Vera Dua,

Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw.